Inloggen

biografie: Toon Hermans


Antoine Gerard Theodore Hermans [Sittard 1916 - Nieuwegein 2000]


Hermans was een Nederlandse entertainer in de traditie van revue-komieken als Buziau, Bandy en Davids.
Toon Hermans was de zoon van een vroeg overleden vader, die als bankier slachtoffer was geworden van de economische crisis aan het einde van de jaren twintig.

Toons vader overleed in 1928 en zijn moeder bleef achter met de vier jongens Fons, Toon, Zef en Jan. Ze konden het hoofd nauwelijks boven water houden en moesten een aanzienlijke stap terug doen. Verhuizen bijvoorbeeld van een statig herenhuis naar een kleine woning in een sociaal zwakkere buurt.
In het Limburgse waren ook uitermate positieve invloeden: de harmoniekorpsen en fanfares, de buutredeners, de plaatselijke komieken, het carnaval, het artiestenvolk rond de jaarlijkse kermis. En vooral de Rooms-Katholieke Kerk met haar eeuwenoude rituelen die aan dit instituut verbonden zijn: de missen, de bidprocessies, door Toon beschreven als ‘groots en ontroerend'. Hij zag er theater in...

Meer dan 17 verschillende revues, het merendeel in samenwerking met de carnavalsvereniging De Mander, heeft Hermans in Sittard en omgeving opgevoerd. De muzikale Wilhelm Reinhold Beckmann was zijn eerste pianist en leider van de dansgroep de Manderijntjes. Men had ontzettend veel plezier, maar er werd ook professioneel geoefend en geprogrammeerd. Dit was veel meer dan 'zoa mer get'. Toen de cabaretgroep eenmaal naam kreeg, was elke voorstelling uitverkocht.

In deze jaren had Toon verkering met Gertie van Houdt, de dochter van een muziekleraar uit de Paardestraat. Met haar trad hij op in het weing bekende Racket-Cabaret waarmee men in de eerste oorlogsjaren veel Zuid-Nederlandse plaatsen bezocht.

Toon Hermans, clown in opkomst en winnaar van de eerste prijs tijdens een te Heerlen gehouden talentenjacht (Cabaret der Onbekenden) trok naar Amsterdam. Op deze stad hadden zijn onbestemde verlangens naar een ‘ander, ruimer leven' zich voorlopig geprojecteerd. De onzekere  'provinciaal' arriveerde per trein in de hoofdstad met ‘haar hoge huizen en lange diepe straten' en huurde een kamer aan de Leidsekade.

Toon Hermans begon in 1942 in het Leidsepleintheater in Amsterdam bij Carl Tobi en werkte van 1943 tot 1952 bij Floris Meslier.

Hermans kreeg bekendheid door zijn medewerking aan AVRO's Bonte Dinsdagavondtrein.

In 1955 introduceerde hij, na een experimentele periode met een eigen gezelschap, de one-man-show in Nederland.

Vooral na zijn eerste t.v.-optreden in 1958 verwierf hij massale populariteit. In 1963 speelde hij maandenlang in Carré met zijn legendarische one-man-shows telkens voor een uitverkocht huis. Hij werd 'Amsterdammer', woonde o.a. in Zandvoort, Bloemendaal, Hilversum, Maastricht en tenslotte in Bosch en Duin samen met zijn vrouw Rietje, die hem in 1990 ontviel.

Toon Hermans trad ook op in Oostenrijk, Duitsland en Canada. Hij werd meerdere malen tot Nederlands populairste artiest uitgeroepen.

Cabaretier Toon Hermans overleed in 2000 in het Antoniusziekenhuis te Nieuwegein aan een hartaanval. Hij werd 83 jaar.

Toon Hermans was de langst levende van 'De Grote Drie', gevormd door hemzelf, de politiek conferencier Wim Kan (1911-1983) en chansonnier en cabaretier Wim Sonneveld (1917-1974), die gezamenlijk de boventoon voerden in het Nederlandse cabaret van de jaren '60. Hermans heeft vanaf het begin van zijn carrière tot na zijn tachtigste volle zalen getrokken. Veel van zijn liedjes en typetjes waren ongekend populair, zoals het nummer 'Vierentwintig rozen' en 'Wat ruist er door het struikgewas'.
Daarnaast was hij creatief in het maken van kleine gedichtjes over simpele levenswijsheden. Deze las hij voor op toneel, maar hij bracht ze ook gebundeld uit.