Ik ben een nereïde en al mijn vrouwelijke familieleden zijn net zo mooi als ik. Wij nereïden zijn de verleidelijksten onder de zeewezens. Wij klinken over zee, zoals kerkklokken beieren over land; mooier nog dan de najaden zongen voor Odysseus.
Aeolus, god van de wind, is mijn vriend.…
Reeds waren wij naar schatting vijftienhonderd stadiën gevorderd, toen het weer plotseling omsloeg en Poseidon met zijn Nereïden de wateren begon te teisteren. Dag en nacht waren wij in de weer om ons schip de 'Piraeus' op koers te houden. We slaagden er, zij het met moeite, in om te voorkomen dat het kapseisde.…