Achter de schermen van de politiek werken mensen. Een enkele keer heb ik een fractievergadering bijgewoond en daar mag ik niets over zeggen, maar als ik het onderwerp en de mensen weglaat, kan ik dat toch doen.
Niet dat er zo verschrikkelijk ernstige zaken gebeuren. Achter de schermen blijken mensen namelijk precies dezelfde mensen als voor de schermen…
Dat er ruimte blijft voor serieuze dissidenten lijkt me op zich niet verkeerd bij de huidige fractiediscipline.
Splitst men zich als eenling af: dan de Kamer uit en de wachtregeling in.…
Discussiëren is allemaal goed en wel, maar uiteindelijk gaat alles voor de fractiediscipline. Jan Tromp haalt tragische verhalen naar boven die speelden in de vakbond, PvdA, het CDA en de VVD, maar ik vermoed dat hij dat ook heel goed zou kunnen vinden bij GroenLinks, de SP, D66 en andere partijen die min of meer aan de macht geroken hebben.…
Maar dan is er het superkamerlid dat dwars door fractiediscipline en coalitietrouw heen de zaken aan de kaak stelt. Hulde voor Omtzigt.
Maar ik stem toch niet op hem, want als ik op hem stem, help ik die minister die altijd op zijn tenen staat te wippen als hij ons voorhoudt dat hij de zaak onder controle heeft en bijna heeft opgelost.…
Weg met die fractiediscipline.
Je kunt als kiezer over het ene punt een ‘linkse mening’ hebben en op een ander punt ‘rechts’ zijn. Je wilt bijvoorbeeld dat de ontwikkelingshulp wordt uitgebreid, maar je bent ook voor hogere straffen. Geen wonder dat nu bij elke verkiezing de groep zwevende kiezers de grootste is.…