Hij zat er maar, drie turven hoog. Zijn koppie kwam nauwelijks boven de tafel uit. Hij had hoogrode kleurtjes op z'n konen en zijn geeuwen werkten bepaald aanstekelijk. Mistroostig leunde hij op zijn ellebogen. Er zaten nog vier mensen bij hem aan tafel en het was druk in het restaurant.
Iets verderop bevond zich een tafel van zes mensen met een hond…
Bij de slager aangekomen vraagt de slager aan onze driejarige dochter: “Wil je een stukje worst?” Ze knikt verlegen, neemt een opgerold stukje worst aan en hapt het smakelijk in haar mond.“En wat zeg je dan tegen de slager?” “Oh ja,” zie je haar denken, “dat hoort er inderdaad ook nog bij”. In heldere taal zegt ze vervolgens met haar mond nog vol worst…
In een winkel stond ik een rij te wachten op mijn beurt. Voor me een man met zijn zoontje. Zijn zoontje liep wat door de winkel en vond alles wel mooi. Een klein mannetje.
En nu komt het.
De vader zei met de verschrikkelijkste woorden tegen zijn zoontje dat hij overal van af moest blijven en niet moest zeuren. Met woorden die ik zeker niet zal schrijven…