In Leiden, achter de kassa van een supermarkt.
Daar zat een meisje, blond lichte sproetjes. Niet bepaald klein maar ook niet groot. Leuk gekapt, guitig snuitje.
Leeftijd ja, moeilijk precies te schatten. Dus ik vroeg of ik mocht raden.
Juist geraden. Achttien, en dan drie er bij. Eenentwintig dus. Ze lachte.
Toch was dat niet waar we van spraken…
Na een paar minuten komt de kassajuf weer terug met een literfles plat water van een bekende plaats in BelgiĆ«. Iedereen kijkt begerig naar dat heerlijke, koele vocht. Ik kijk ook naar die fles en het lijkt of die fles steeds groter wordt.…
Ik pikte honderd gulden om een ijsje te kopen, werd betrapt door de kassajuf.
Was verliefd op juffrouw Van der Zee, huilde toen ik een korte broek aan moest en sandalen, die ik haatte.
In Kollum sliep mijn vader met ene Joop in een bed.…