Ik weet wie het zegt…”, zei ik zonder verdere belangstelling voor de vragensteller te tonen want buiten was mijn vrouw bezig de paardenvijgen op te vegen die een van de paarden uitgerekend voor onze woning had gescheten.
Mijn vrouw kwam mopperend binnen.…
Verse paardenvijgen, pas op, dat is geen stront, dat zijn vijgen. Je moet daar eens aan ruiken. Dat is geen afstotende geur, dat ruikt zelfs heerlijk”.
“Dat klopt”, beaamde Willem de uitspraak van zijn vriend. Voor de eerste keer waren ze het met elkaar eens. Ik keek naar buiten, de hemel klaarde op. Ver weg hoorde ik het nu boven Keulen donderen.…