Ik ben er eindelijk uit, uit de bocht gevlogen doop ik mijn pen niet meer in vitriool. Achter laten, vermetelheid en schone schijn, de liefde en impuls, deinende duinen en praalziek poezenkind, de vierendelers en lieve mensen.
Voorbij de benepenheid, het kleine eigen gelijk, de herrie van het voortdurend hameren. Ik stap uit. Punt.…
Waar is die oerhartenkreet gebleven ? Toen we nog een moordkuil maakten van wat we voelden.
Nu lees ik zoetsappige verhaaltjes, niveau Libelle met een glossy weerschijn. Schop toch nomdeju schenen, sta op lange tenen, strijk tegen haren in en stuit tegen de borst. Krijt weerzin jegens de omhooggevallenen, kijk vol ongeloof naar de waanzin in relidwaze…
Met in vitriool gedoopte pen zal ik achter u staan. Onder pseudoniem natuurlijk.
Het kan toch raar gaan. Ik, een republikein schrijf een ode aan de vorstin die de Arabieren inpakt.
Leve Beatrix!…