Beweringen over taal

Vele woorden, vele zinnen, vele beweringen, maar men zegt eigenlijk zó weinig!

Het verschil tussen 'hartelijk' en 'hatelijk'... ìs een afwegen van één letter meer of minder!

Nederlands - moedertaal - 129 fifty-fifty > gelijk, gelijk verdeeld, half-om-half, ieder de helft, sam-sam

Nederlands - moedertaal - 1 eye-opener > blikopener, ontdekking, openbaring

Nederlands - moedertaal - 2 for the time being > vooralsnog, voorlopig, voor nu, zolang als het duurt

Nederlands - moedertaal - 3 event > evenement, gebeurtenis, manifestatie

Nederlands - moedertaal - 4 support > ondersteuning, steun

Nederlands - moedertaal - 5 mediation > bemiddeling, conflictbemiddeling

Nederlands - moedertaal - 6 in no time > binnen de kortste keren, in een mum van tijd, razendsnel

Nederlands - moedertaal - 7 gestrest > gespannen, opgefokt, opgejaagd

Nederlands - moedertaal - 8 game > computerspel, spel, spelletje gamen > spelen, computerspelen

Nederlands - moedertaal - 9 fun > lol, pret, plezier funny > grappig, leuk, lollig funshoppen > plezierwinkelen, pretwinkelen

Nederlands - moedertaal - 10 human resource manager > directeur personeelszaken, personeelschef

Nederlands - moedertaal - 11 helpdesk > hulpbalie, hulplijn, vraagbaak

Nederlands - moedertaal - 12 junkfood > troepvoer, vulspul, vulvoer

Nederlands - moedertaal - 12 dealen / dealen met > aanpakken, delen, doen in, geven, handelen, illegaal handelen, handelen in verdovende middelen, hanteren, omgaan met, opknappen, oplossen, verkopen.

Nederlands - moedertaal - 13 airbag > botsballon, veiligheidsballon

Nederlands - moedertaal - 14 corner > hoek, hoekbal, hoekschop goal > doel, doelpunt off-side > buitenspel

Nederlands - moedertaal - 15 fake > namaak, nep, vals faken > doen alsof, namaken, simuleren, veinzen, vervalsen

Nederlands - moedertaal - 16 service > bediening, bedieningsgeld, dienst, dienstverlening, hulpdienst, opslag (tennis) at your service! > ik zal er voor u zijn! alstublieft! tot uw dienst!

Nederlands - moedertaal - 17 hooligan > herrieschopper, relschopper, vandaal, voetbalvandaal

Nederlands - moedertaal - 18 speech > rede, redevoering, toespraak, toespraakje speechen > een redevoering houden, spreken, een toespraak houden

Nederlands - moedertaal - 19 peptalk > hart onder de riem, oppepper, peppraatje

Nederlands - moedertaal - 20 hattrick > drieklapper, driepunter, tripel

Nederlands - moedertaal - 21 loser > geboren verliezer, mislukkeling, sukkel

Nederlands - moedertaal - 22 black box > zwarte doos

Nederlands - moedertaal - 23 allrounder - alleskunner, allesrijder, duizendpoot, generalist, klassementsrijder.

Nederlands - moedertaal - 24 spreadsheet > rekenblad spreadsheetprogram > rekenbladprogramma

Nederlands - moedertaal - 25 billboard > reclamebord

Nederlands - moedertaal - 26 dummy > blinde (bij bridgen), demonstratiemodel, domkop, figurant, model, paspop, pop, stroman, sufferd, testpop, uilskuiken.