op een boekenbal kom je boekenballen tegen, aanwezig omdat ze er moeten zijn, per ongeluk de hemel ontdekt, een aanslag gepleegd omdat het oorlog was, autobio geschreven omdat er niets anders was, ludiek gelucebert (daar kreeg je menigeen je bed mee in), en dan werd je wakker, vroeg je je af: "Warum weinst du, kleine Tamara"?…
Daarom schrijf ik ook zelden autobio.
De enkele verhaaltjes die autobio zijn – ach, eigenlijk heb ik er spijt van wanneer ik ze geplaatst heb; dat gaat geen mens aan dan mijn diepste vrienden.
Zo ook mij vriend.
Zou hij lachen als hij mijn fictie “Pijn” zou lezen?
Het verhaaltje over dat gemaltraiteerde puppy?…
In Dylans knocking on heavens door en in de autobio van Ron Wood, iedereen wordt zo emotioneel gewond door de dood van de dierbaarste dat er een gat komt in je ziel en je dat compenseert en dat Jezus aan het kruis ook zei waarom heb je me verlaten. Dat is de kern van het bestaan, dat je eigenlijk alleen bent met je ziel.…
Wacht je daar voor enig autobio! Dat word je nagejaagd; het wordt je aangewreven. Naar je stukjes wordt nauwelijks gekeken wanneer de aldaar regerende webmaster op stoom komt; niets vinden de mensen daar leuker dan hem achter de staart te rennen en de arme prozaïst(e) op de meest grove, ordinaire manieren de grond in te stampen.
Wee.
Wee.…
Je schrijft jezelf autobio. Er is meer. Er is een buitenwereld die dit leest. Die jou auto of bio niet kent. Zich daarvoor misschien interesseert als je dood bent of zoveel AKO's en Booker's hebt verworven dat je bio automatisch gelezen dient te worden.Proza. Muzes. Prozac. Successen.…