De jutter is dood. De jutter is de zee ingelopen. De jutter was een vreemde, zeggen ze. Een kluizenaar. Veertig jaar heeft hij in het witte huisje gewoond. Veertig jaar met niemand gesproken. Ze liegen. Hij spreekt met de zee. Vrijt met de wind. Liefkoost het zand. Hij leeft. Ik ga naar de politie. Zeg dat ik hem gezien heb.…
Jutters kerfden hun initialen in hun vondsten. Op diefstal stonden zware straffen. Alles wat iedereen hier bezichtigen kan, is te danken aan de verzameldrang van één man, Thordur Tomasson. In april wordt hij 93 jaar. Hij laat aan een groepje zien hoe je van paardenmanen en schapenwol touw spint. Weer buiten waan ik me wederom in Arnhem.…
Drie haringen en een Jutter moeten de twee schippers tot halverwege de eerste lengtegraad op de Noordzee brengen. Dikke Jannes, vernoemd naar zijn boot, staat sinds jaar en dag weer eens alleen in zijn stuurhut. Het adventwantje ligt als een relikwie voor hem aan bakboordzijde van zijn roerkolom. Zoals het daar al 95 jaar ligt.…
Arthur Rimbaud
Voor Astrid
De tragicus
Het witte dier lag uitgevochten
en verregend op het strand
waar jutters haar nog zochten
met bijlen in de hand
droop de liefde uit haar bek
- gebroken gele bloem -
veranderend tot een vlek
die wegvloeide als een doem
gesmeten in een echoput.…