Beschouwingen

De wereld in een punt

Buiten het dorp loopt de ringvaart met dijkweg langs de polder met de naam ‘Langereis’. De naam duidt op de tijdsafstand te voet of per boerenkar in die kleine dorpse wereld van toen. Het is de tijd van, ‘In tachtig dagen om de wereld’.

Als reizen oneindig snel gaat, de reistijd nul is, dan is de hele wereld letterlijk binnen handbereik. Dan stap ik in geen tijd naar iemand in Peking of Londen alsof het m’n buurman is. De schepping zonder tijdsafstand is de wereld in een punt.

Nu begrijp ik wat ik me bij een alomtegenwoordige geest moet voorstellen. Voor een miljard microben in m’n lijf ben ik hun universum en mijn geest de alomtegenwoordige geest ofwel ‘god’ van hun universum, die in geen tijd alle delen van die wereld kan zien en aanraken, in beginsel overal tegelijk aanwezig is.

Ik heb het bevredigende gevoel m’n begripsvermogen te hebben opgerekt, nog een paar rekoefeningen en ik nader het antwoord op: ‘Hoe, Wie, Wat en Waarom der schepping. Hoeveel gestoorden voor mij zullen dat al gedacht hebben.

Schrijver: Custor
Inzender: Janneke Koster Baas, 6 april 2010