Overdreven nederigheid
(voor Sint Margaretha-Maria Alacoque (1647 - 1690))
Je bent geboren op 25 juli 1647 in Hautecour, in het bisdom Autun, in Bourgondië. Je was het vijfde kind van zeven kinderen.
Je vader Claude Alacoque was een welgestelde notaris en je moeder was Philiberte Lamyn. Op je vierde deed je Jezus de gelofte van zuiverheid en eeuwige maagdelijkheid.
Op je achtste overleed je vader en ging je naar een meisjesschool van de Arme Clarissen in Charolles. Je was direct vol liefde voor het religieuze leven en je kreeg al op je negende de eerste communie, wat zeer uniek was. In plaats van buiten te spelen, trok je jezelf vaak terug in de parochiekerk om in stilte bij Jezus te zijn en tot Hem te bidden.
Op je elfde kreeg je een reumatische verlammingsziekte, wat veel pijn deed. Je moest naar huis en tot je vijftiende in bed liggen.
Je woonde bij een oom en tante en vanuit je bed moest je toezien hoe zij je arme moeder mishandelden, omdat ze altijd jaloers op haar waren geweest. Er was veel ruzie om de macht in huis en je moeder kreeg een ontstoken zwelling op haar hoofd, die jij genezen hebt.
Toen je terugkeerde, was je nog erg ziek en zonder een geneesmiddel, dus smeekte je de Heilige Maagd om hulp. Wanneer je gezond zou worden, dan zou je non worden, beloofde je Maria. Je werd beter en je wilde alleen nog de wil van God doen. Je werd zeer close met Maria. Toen je het bidden van de rozenkrans zat was, zei Maria: 'Mijn dochter, ik bewonder die mij dienen met dergelijke nalatigheid!'. Dat was een komische berisping, die aansloeg. Je had ook berouw over het feit, dat je met een gemaskerd carnaval had meegedaan.
Later zei Maria: 'Vrees niet, je bent mijn ware dochter en ik blijf altijd een goede Moeder!'. Onder druk van je familie moest je maar eens gaan trouwen, vooral om hun armoede te verhelpen, maar dat je wilde absoluut geen echtgenoot. Critici beweerden dat jij je liet afbeulen en vernederen om zo je seksuele lusten de baas te blijven. Ze zeiden dat je bang voor de geslachtsdaad was en dat je wel op vrouwen zou vallen.
Op je drieëntwintigste werd je novice in het Maria Visitatie-klooster van de Orde der Visitandinnen in Paray-le-Monial. Dat was op 20 juni 1671. Je kastijdde jezelf met zweepjes, waar weerhaakjes aan vast zaten. Je dronk het smerige afwaswater, waarop je leefde, of je at beschimmeld brood en rotte vruchten. Het liefste slurpte je van het braaksel en de diarree van de patiënten, die jij verzorgde. Ook zoog je grote fluimen uit de mond van een ernstig zieke en als toetje likte je het snot uit de neus van een patiënt.
Op je vijfentwintigste was je in aanbidding voor het Heilig Sacrament. Het was het feest van Johannes de Evangelist en Jezus verscheen voor het eerst aan jou, wat zich twee jaar lang iedere vrijdag herhaalde. Met een aardappelschilmesje kerfde je het Monogram van Jezus Christus in je borsten.
Omdat de wond van het Monogram te snel genas, brandde je deze uit met een kaars.
In 1675 toonde Jezus Zijn Heilig Hart aan jou en vele openbaringen volgden. Die vertelde je aan je geestelijk leidsman, de heilige jezuïet Claude la Colombière (1641 - 1682). Hij werd in 1674 overste van het Jezuïeten Huis in Paray-le-Monial. In 1676 was hij prediker van de hertogin van York, die koningin van Engeland werd. Hij werd wegens samenzwering in de gevangenis gegooid en later verbannen. De laatste twee jaar verbleef hij in Lyon. Zijn relieken liggen in Paray-le-Monial. In 1992 is hij door paus Johannes Paulus de Tweede heilig verklaard. Het is mede aan hem te danken, dat de devotie tot het Heilig Hart van Jezus over de wereld verspreid is.
Jezus zei tegen jou, dat Hij zich in Zijn Heilig Hart miskend voelde. Jouw visioenen bezorgden bij de medezusters veel onenigheid en geruzie. Er waren er die het licht in je ogen niet gunden en door anderen werd je steevast gepest, want hun jaloerse harten zaten vol wrok.
In 1685 begon je met de verspreiding van de devotie voor het Heilig Hart. Je liet je medezusters jouw tekening van het Heilig Hart aanbidden en er werd een feest van het Heilig Hart gevierd. Jezus bezocht je 's nachts in jouw kloostercel en dan tilde Hij jou op, zodat je innig en teder Zijn Heilig Hart kuste. De Orde van het Heilig Hart was ontstaan.
De laatste jaren van je leven werd je vereerd vanwege je bijzondere band met Jezus en het inslikken van normaliter onhygiënische viezigheden.
Je overleed op 17 oktober 1690 in Paray-le-Monial.
In 1920 ben je door paus Benedictus XV heilig verklaard. Je lichaam wordt bewaard en aanbeden in de kloosterkapel van de Visitandinnen.
Je werd drieënveertig.
Geplaatst in de categorie: idool
Margaretha-Maria Ala
2.689
Geef je reactie op deze inzending: