Een combinatie van zelfopoffering en geestesziekte

(voor Kathy Change (1950 - 1996))

Je bent geboren als Kathleen Chang op 10 oktober 1950 in Springfield, Ohio. Je vader Sheldon Chang was een ingenieur en een professor aan de State University in Stony Brook, Long Island, New York. Je moeder Gertrude was een schrijfster. Je had een broer en toen je twee jaar was, verhuisde je naar de Bronx. Je was een eenzaam meisje. In je vroege tienerjaren zijn je ouders gescheiden. Je woonde bij je moeder, met wie je elke nacht ruzie maakte. Op je veertiende pleegde je moeder zelfdoding door een overdosis barbituraten. Je voelde je de rest van je leven schuldig.

Je studeerde af aan de Bronx High School of Science en je zat kort op het Mills College en de Bronx campus van de Universiteit van New York. In Chinatown ontmoette je de (toneel)schrijver Frank Chin (Berkeley, 1940). In 1971 trouwde je met Frank en ging je naar San Francisco. In 1973 richtte Frank de Aziatisch-Amerikaanse Theater Workshop op. In 1976 publiceerde je jouw kinderboek 'The Iron Moonhunter', wat gaat over het leven van de Chinese arbeiders, die in de 19-e eeuw aan de Central Pacific Railroad werkten. In datzelfde jaar strandde je huwelijk. In wanhoop deed je een poging tot zelfdoding met pillen en Canadese whisky. Je noemde jezelf Kathy Change, omdat je geloofde dat je de wereld politiek en sociaal kon veranderen.

In 1981 verhuisde je naar Philadelphia. Je was politiek actief, wat bij jou door veel mensen als een psychische stoornis werd beschouwd. Je werd behandeld door psychiaters, maar je diagnose was niet bekend. Het was hoogstwaarschijnlijk een vorm van schizofrenie. In de vroege jaren tachtig kraakte met anderen een gebouw. Je ging naar hardcore shows en je at goedkoop Ethiopisch eten. Je danste volledig in het zwart met een puntige kegel boven je hoofd, waarmee je als raket tegen de verspreiding van nucleaire wapens protesteerde. Soms liep je met een dollarteken rond om te waarschuwen voor een dreigende, financiële crisis en economische ineenstorting. Je droeg vaak een masker en grote vogelvleugels, versierde kousen en hoge hakken. Je verkleedde je ook in een kostuum, dat je 'Satan's dick' noemde.

Je was een performance kunstenares en je streed voor de legalisatie van cannabis, waardoor je in 1990 door het 'High Times Magazine' Freedom Fighter of the Month werd. Op de campus van de Universiteit van Pennsylvania gaf je twintig jaar lang straatoptredens, waarbij je protesteerde, danste, zong en gitaar/keyboard speelde. Je zwaaide urenlang met handgemaakte vlaggen en je gaf toespraken. Dit alles deed je wekelijks op zondagmiddag in het Philadelphia Museum of Art. In de laatste jaren werd je vergezeld door de zanger David Downing, die 'Stop the Business (Transformation Day)' schreef, een volkslied voor jouw politieke beweging. Je pleitte voor een coöperatieve ruilhandel economie en je benoemde de corruptie van het kapitalisme.

Je kwam ten prooi aan een zware depressie en op 22 oktober 1996 heb je zelfdoding gepleegd. Bij het vredessymbool sculptuur voor de Universiteit van Philadelphia heb je jezelf met benzine overgoten en heb je jezelf verbrand. Agent Bill Dailey probeerde de vlammen te doven met zijn jas en door je rond te rollen. Je werd naar het universitaire ziekenhuis gebracht. Je hele lichaam had brandwonden en pakweg een half uur later overleed je. Je werd 46 jaar. Je wilde aandacht vragen voor de directe, sociale transformatie. De overheid moet worden vervangen door een echt democratisch zelfbestuur van, voor en door de mensen.

Kathy Change Frank C Frank Chin zelfverbranding

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

3.5 met 6 stemmen 55