Zangfestijnen uit de hel van de waanzin

(voor Jules Jouy (1855 - 1897))

Je bent geboren als Jules Theodore Louis Jouy op 27 april 1855 in Parijs. Na je lagere schooltijd werkte je als slager. Je las zoveel als je kon en je begon liedjes te schrijven. Je bezocht feesten, waarbij veel gezongen werd. Je deed mee aan de Commune van Parijs en op je twintigste ging je in het leger, in de extra dienst als gevolg van je misvormde rechterarm. Op je 21-ste begon je te publiceren in de krant Tintamarre. Je liederen en werken bespraken het antiklerikalisme, de republiek, het onrecht en het macabere, met een fascinatie voor de guillotine. Je deed mee aan la Lice chansonnière, in 1831 opgericht door Charles Le Pagina. Je organiseerde zelf een goguette: Le Rire gaulois. In september 1878 werkte je samen met de krant Le Sans-culotte en je schreef nummers voor café-concerten.

Ondanks je succes leefde je in zorgelijke omstandigheden. Eind 1878 bezocht je de Circle Hydropathes aan het Quartier Latin. Je was een redacteur van de krant Hydropathes. in juli 1880 verdween de groep Hydropathes en werd je redacteur van diverse kranten, waardoor je liedjes publiceerde. In september 1881 werd je lid van de groep Hairy, opgericht door de pianist/organist Maurice Petit. Samen met Eugene Battle publiceerde je 'Anti-congiërge', een satire ter verdediging van de huurders. Je begon te zingen in het Cabaret Chat Noir aan de boulevard de Rochechouart, in november 1881 opgericht door Rodolphe Salis. In april 1882 stichtte je de krant Le Journal des merdeux, met teksten en tekeningen gewijd aan het schijten. Deze krant werd meteen verboden, omdat hij pornografisch zou zijn.

In 1883 had je succes met je lied 'Derrière l'omnibus', gezongen door Johannes Paulus Vallès, de oprichter van de krant Le Cri du Peuple. Je schreef een aantal hits voor de zanger/schrijver Aristide Bruant. In september 1883 hield je zangfeesten in het Cabaret de Assassins Lapin Agile, waar ook prostituées en pooiers kwamen en later Pablo Picasso, Max Jacob, Toulouse-Lautrec, Apollinaire en Charlie Chaplin. De Lapin Agile bestaat nog steeds en de manager heet Yves Mathieu. In 1884 werkte je voor de krant La Lanterne des curés, die veroordeeld werd voor pornografie. In 1887 schreef je het gedicht 'La Veuve', over de doodstraf en de guillotine, met een groot succes in de cabarets van Montmartre. Je schreef voor de kranten Le Parti ouvrier en Le Paris.

Na jouw ruzie met Rodolphe Salis stichtte je het Cabaret du Chien Noir. Het gebruik van absint en tabak heeft je gezondheid ernstig ondermijnd. Door je psychische stoornis werd je omringd door gevaarlijke vrienden. In mei 1895 werd je opgenomen in een psychiatrische kliniek aan de rue Picpus 35, in Maison Coignard. Je werd het slachtoffer van een totale verlamming. Op 17 maart 1897 overleed je. Je werd 42 jaar en je bent begraven op Père-Lachaise. Je graf is versierd met een bronzen borstbeeld van de beeldhouwer Aimé-Jules Dalou.

Jules Jouy Rodolphe Rodolphe Salis Aristide Bruant

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

3.3 met 6 stemmen 36