Je kreeg een verschijning van Christus Jezus

(voor Max Jacob (1876 - 1944))

Je bent geboren op 12 juli 1876 in Quimper, Bretagne, Frankrijk. Deze stad heette vroeger Quimper-Corintin, naar de eerste bisschop van de stad, Corentinus. René Laennec is er ook geboren, de uitvinder van de stethoscoop. En de schilder Pierre Savigni de Belay. Je was een Joodse dichter, schrijver, essayist en schilder. Je was bevriend met Pablo Picasso. Je werkte ook onder de pseudoniemen Léon David en Morven le Gaëlique.

Na jouw jeugdjaren in Quimper ging je naar de Parijse Koloniale School. In 1897 verliet je die school om een artistieke carrière na te streven. In Parijs was je één van de eerste vrienden van Pablo Picasso. Je ontmoette hem in de zomer van 1901 en je hielp hem om Frans te leren. Later deelde je op de Boulevard Voltaire een huurkamer met hem. Pablo bleef jouw levenslange vriend. In zijn schilderij 'Drie muzikanten' uit 1921, in Fontainebleau geschilderd, worden een harlequin, een Pierrot en een monnik afgebeeld, respectievelijk Picasso, Guillaume Apollinaire en jij. Apollinaire overleed op 9 november 1918 door de Spaanse griep en jij ging in 1921 een klooster in. Jij hebt Pablo aan Guillaume voorgesteld en Guillaume stelde Pablo aan Georges Braque voor.

Je was goed bevriend met o.a. Jean Cocteau, de schrijver/schilder Jean Hugo, de schilder John Christopher Wood en Amedeo Modigliani, die in 1916 een portret van jou schilderde. Je was ook bevriend met de kunstenaar Romanin, die later als de Franse politicus en verzetsleider Jean Moulin bekend werd. Jean overleed op 8 juli 1943. Hij werd 44 jaar en hij is of door de SS-er Klaus Barbie vermoord of hij heeft zelfdoding gepleegd na de meest vreselijke martelingen, zoals hete naalden, die onder zijn vingernagels werden aangebracht en het sluiten van deuren totdat zijn knokkels braken.

In 1909 kreeg je een visioen/verschijning van Christus Jezus en ben je tot het rooms-katholicisme bekeerd. Picasso was jouw peter. Je wordt beschouwd als een belangrijke schakel tussen de symbolisten en de surrealisten, wat tot uiting is gekomen in jouw prozagedichtenbundel 'Le cornet à dés' uit 1917, gepubliceerd door de legendarische uitgeverij Gallimard. In mei 1936 ging je in Saint-Benoît-sur-Loire wonen/onderduiken en op 24 februari 1944 werd je door de Gestapo gearresteerd. Je werd naar de gevangenis van Orléans gebracht, waar je het gevangenenummer 15872 kreeg.

In januari 1944 waren jouw broer Gaston en jouw zus Myrthe-Lea in het concentratiekamp Auschwitz vergast. De man van Myrthe-Lea is ook door de nazi's vermoord. Je werd naar het interneringskamp van Drancy gebracht, maar door een bronchiale longontsteking belandde je in de ziekenzaal van Le Cité de la Muette, een deel van het Drancy-interneringskamp, waar je op 5 maart 1944 bent overleden. Je werd 67 jaar en je bent uiteindelijk in de begraafplaats van Saint-Benoît-sur-Loire begraven. Met dank aan jouw kunstenaarsvrienden Jean Cassou en de surrealistische schilder/beeldhouwer René Iché, die jouw graf met één van zijn portretten van jou versierde. René was ook bevriend met Apollinaire en een overtuigde pacifist, na zijn gevechten in de Eerste Wereldoorlog. In 1921 schreef hij het anti-oorlogsstuk 'La Grande Boucherie'.