Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen over idool

Maar die agent had jou niets misdaan...

(voor Constance Markievicz (1868 - 1927))

Je bent geboren als Constance Georgine Gore-Booth op Buckingham Gate in Londen-Westminster, nabij Buckingham Palace. Je was de oudste dochter van de Arctische ontdekkingsreiziger en avonturier Sir Henry Gore-Booth, 5e Baronet en eigenaar van het landhuis Lissadell House, bewoond vanaf 1833 en door de architect Francis Goodwin ontworpen, die op zijn 51-ste door een beroerte overleed. Dit landhuis werd door de dichter William Butler Yeats als vakantie-adres gebruikt, waarna hij er lovend over dichtte.

Jouw moeder was Georgina, Lady Hill. Tijdens de hongersnood in 1879-1880 gaf jouw vader gratis eten aan de huurders op zijn landgoed. Jouw jongere zus Eva Selina Laura was daardoor zeer geïnspireerd. Zij was een belangrijke dichteres/dramatist/suffragist/vrede-activiste. Eva had een lesbische relatie met de suffragiste Esther Roper, met wie zij in een rijtjeshuis in Rusholme samenwoonde. In 1913 verhuisden zij naar Londen, waar ze in 1916 een lesbisch tijdschrift begonnen. Op 30 juni 1926 is Eva door kanker in Hampstead overleden. Zij werd 56 jaar. Esther overleed in 1938 en zij is naast Eva begraven, in de St. John's Cemetery in Hampstead. Eva was zo blij en content met dit liefdevolle gegeven.

De dichter W.B. Yeats bezocht Lissadell House dus vaak em hij was bevriend met Eva en jou. Hij schreef een lofgedicht voor jullie en hij beïnvloedde jullie. In 1892 ging jij naar de Slade School of Art. Daarna ging je naar de Académie Julian, waar je jouw toekomstige man Graaf Casimir Dunin Markievicz ontmoette, een Poolse toneelschrijver/theaterregisseur/kunstschilder. Hij was gescheiden van Jadwina Splawa-Neyman, met wie hij twee zonen had gekregen, Stanislas en Ryszard. In 1899 zijn Jadwina en Ryszard overleden. Op 13 januari 1900 overleed jouw vader door een griepaanval in St. Moritz, Zwitserland.

Op 29 september 1900 zijn Casimir en jij in Londen getrouwd. In 1901 is jullie dochter Maeve geboren. Vanaf 1903 woonden jullie in Dublin. Maeve werd door haar grootouders grootgebracht en ze vervreemde van jou. Jij floreerde als landschapsschilderes en je was in 1905 de mede-oprichter van de United Arts Club, net als o.a. de glaskunstenares Sarah Purser, de schilder Nathaniel Hone the Younger en postuum de schilder Walter Osborne, die in 1903 was overleden door een longontsteking en 43 is geworden.

In de salon van Sarah Purser (1848 - 1943) in Mespil House aan Mespil Road in Dublin ontmoette je op de dinsdagmiddagen de revolutionaire patriotten Michael Davitt, John O'Leary en Maud Gonne. Sarah was levenslang bevriend met de Duits-Amerikaanse schilderes Louise Catherine Breslau. In 1907 was je in een vakantiehuis, waar de dichter Padraick Colum revolutionaire tijdschriften had achtergelaten. Je las ze en je raakte geïnspireerd. Je werd lid van Sinn Féin, opgericht in 1905 door Arthur Griffith, en Inghinidhe na hÉireann, een vrouwenbeweging, opgericht door Maud Gonne MacBride, de muze van W.B. Yeats, voor wie hij o.a. 'The Countess Cathleen' schreef.

In 1911 werd jij samen met jouw vriendin Helena Molony voor het eerst gevangen gezet wegens het spreken tijdens een demonstratie van de Irish Republican Brotherhood. Je was tegen het bezoek van de Engelse koning George V aan Ierland. Je was ook lid van de Irish Citizen Army van James Connolly en je had een revolver. In 1913 ging jouw man voorgoed naar Oekraïne terug. In 1916 was je paraat bij de gewapende opstand Easter Rising en jij ontwierp het legeruniform en je maakte het volkslied. Je vocht ook in het park St. Stephen's Green, waar je een ongewapende politieman hebt doodgeschoten. Ten onrechte werd je daarom door jouw medestanders bejubeld. Je werd in de Kilmainham Gaol opgesloten.

Op 4 mei 1916 kwam je voor de krijgsraad. Je zei dat je onschuldig was en voor een vrij Ierland vocht. Je kreeg de doodstraf, maar omdat je een vrouw was, werd dat in een levenslange gevangenisstraf omgezet. Van de Mountjoy Prison werd je in juli 1916 naar de Aylesbury Prison overgebracht. In 1917 kreeg je amnestie en werd je vrijgelaten. Je werd rooms-katholiek en vanwege jouw rol in de anti-dienstplicht activiteiten werd je in de Holloway Prison opgesloten. Van april 1919 tot januari 1922 was je Minister for Labour. Tijdens de Ierse burgeroorlog verdedigde jij het Moran Hotel in Dublin. Door jouw vurige, republikeinse meningen belandde je weer in de gevangenis. Je ging in hongerstaking, waardoor je binnen een maand werd vrijgelaten.

Je verliet Sinn Féin en je werd lid en kandidaat van de Fianna Fáil partij, met Eamon de Valera als partijleider. Je hebt jouw verkregen zetel niet meer kunnen innemen. Je overleed door de complicaties van een blindedarmontsteking op 15 juli 1927 in het Sir Patrick Dun's Hospital in Dublin. Je werd 59 jaar. Je had al jouw rijkdom al weggegeven. Casimir Markievicz en de suffragette Hanna Sheehy-Skeffington waren bij jouw moment van overlijden. Je bent in de Glasnevin Cemetery in Dublin begraven en Eamon de Valera hield een grafrede.
In St. Stephen's Green staat een waardige buste van jou.

Schrijver: Joanan Snowowl Namaste, 13 februari 2019


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 8.695



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)