De vrije liefde laat zich niet ketenen
(voor Sir Stephen Spender (1909 - 1995))
Je bent geboren als Stephen Harold Spender op 28 februari 1909 in Kensington, Londen. Jouw vader Harold Spender was een journalist. Jouw moeder Violet Hilda Schuster was een dichteres en schilderes van Duits-Joodse afkomst. Je zat op The Hall School in Hampstead, Belsize Park, waar de drummer van Pink Floyd Nick Mason ook op zat. Op jouw 13-de ging je naar de Gresham's School in Holt, Norfolk, in 1555 gesticht door Sir John Gresham, die voor koning Hendrik VIII werkte. Daarna ging je naar de Charlecote School in de grote badplaats Worthing, waar je ongelukkig was. De schrijvers Oscar Wilde en Harold Pinter woonden en werkten in Worthing, eeuwenlang een oord van makreelvisserij. Wilde schreef er 'The Importance of Being Earnest', geïnspireerd door het werk van de toneelschrijver/dichter/illustrator Sir William Schwenck Gilbert (1836 - 1911).
Nadat jouw moeder overleden was, ging je naar de University College School in Hampstead. De acteur Sir Dirk Bogarde was ook een ex-leerling. Je ging naar Nantes en Lausanne en naar de University College in Oxford. Jouw beste vriend en grootste inspirator was de homoseksuele dichter Wystan Hugh Auden (1907 - 1973), o.a. een minnaar van de schrijver Christopher Isherwood (1904 - 1986), die o.a. het toneelstuk 'I Am a Camera' van John Van Druten bepaalde, wat samen met het popnummer 'Into the Lens' door de progressieve rockband YES werd uitgevoerd. Hiermee de homoseksualiteit flink uit de taboesfeer halend. De vroegste versie van Auden's gedichten werd door jou eigenhandig gedrukt. Je verliet Oxford zonder een diploma en in 1929 verhuisde je naar Hamburg.
In 1929 begon je aan jouw schitterende, semi-autobiografische roman 'The Temple'. Door jouw openhartige, homoseksuele beschrijvingen werd dit boek pas in 1988 in Engeland gepubliceerd. Je had o.a. homoseksuele relaties met de Duitse fotograaf Herbert List en de Duitse geleerde/taalcriticus Ernst Robert Curtius, die jou liet warm lopen voor Rilke, Hölderlin, Schiller en Goethe. Toen de nazi's Engeland bestormden, overwoog je zelfdoding, vanwege jouw afschuw voor het Duitse regime. Je was o.a. bevriend met W.B. Yeats, Ted Hughes, Allen Ginsberg, Joseph Brodsky, Dylan Thomas, Jean-Paul Sartre, T.S. Eliot en in het bijzonder met Virginia Woolf. In jouw vroege jaren had jij veel sexaffaires met mannen. In 1934 had je een affaire met de psychiater Muriel Gardiner. In 1935-1936 leefde je met Tony Hyndman samen.
Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936 - 1939) had je een homoseksuele relatie, die eindigde toen je in 1936 met Agnes Maria Pearn trouwde. In 1939 volgde de scheiding. In 1941 hertrouwde je met de concertpianiste Natasha Litvin, op 18 april 1919 in Londen geboren en op 21 oktober 2010 overleden. Ze was van Joodse afkomst. Jullie dochter Lizzie is met de Australische acteur/komiek Barry Humphries getrouwd en jullie zoon Matthew is met de dochter van de Armeens geboren kunstenaar Arshile Gorky getrouwd. Gorky heeft zichzelf op 44-jarige leeftijd in Sherman, Connecticut, opgehangen. In 2004 verscheen Natasha's boek 'An English Garden in Provence', een verzameling geschriften over jou en over haar passie voor tuinieren.
In 1965 werd je benoemd tot de Poet Laureate Consultant in Poetry aan de Library of Congress van Amerika. Je was lid van de Oxford-dichters, die het schrijfwerk van de eerdere generaties totaal afwezen. Je keerde jezelf tegen het esoterisme van T.S. Eliot en je was de lyrische tegenpool van Auden. Je geloofde dat het communisme de wereld zou redden. Jouw laatste dichtbundel was 'Dolphins'. Je schreef een lang gedicht over Arthur Rimbaud, ook omdat je geen moeite had om jezelf het leven van Arthur Rimbaud en Paul Verlaine voor te stellen, omdat je net als hen homoseksueel was.
Op 16 juli 1995 overleed je door een hartaanval in Westminster. Je werd 86 jaar en je bent op het kerkhof van St. Mary on Raddington Green Church in Londen begraven.
Geplaatst in de categorie: idool
Stephen Spender
1.018
Geef je reactie op deze inzending: