Alles voor de kunst, zelfs prostitueren

(voor Fanny zu Reventlow (1871 - 1918))

Je bent geboren als Fanny Liane Wilhelmina Sophie Auguste Adrienne Gräfin zu Reventlow op 18 mei 1871 in het kasteel van Husum, wat in 1582 voor de hertog Adolf van Sleeswijk-Holstein-Gottorf is gebouwd. Jouw vader was tot 1889 het Pruisische districts raadslid Ludwig von Reventlow. Jouw moeder was gravin Emilie zu Rantzau (1834 - 1905). Jij was de vijfde van zes kinderen. Jouw oudere zus Agnes Sophie Amalia Clara werd een abdis. Jouw broers waren Theodor, Ludwig, Ernst en Carl. Theodor overleed op zijn 15-de en Ernst werd een marine-officier en nazi. Jij was schrijfster, vertaalster en schilderes.

Jouw familie was bevriend met de in Husum geboren schrijver/dichter Theodor Storm, die op 4 juli 1888 overleed. Hij was getrouwd met zijn nicht Constanze Esmarch, met wie hij zeven kinderen kreeg. Jullie waren ook bevriend met de socioloog/econoom/filosoof Ferdinand Tönnies. Jij was een bijzonder aantrekkelijke vrouw. Je ging naat het meisjesinternaat in Thüringen, waar je in 1887, na één jaar, werd weggestuurd, omdat je te recalcitrant was. In 1889 verhuisde je naar Lübeck, waar de in Lübeck geboren Thomas Mann zijn roman 'Buddenbrooks' uit 1901 plaatste, met het Buddenbrookhaus op de Mengstrasse 4.

Van 1890 tot april 1892 ging je naar het Roquettesches privates Lehrerinnenseminar op de Königstrasse 15. Je ontdekte het werk van Friedrich Nietzsche en je schreef geheime liefdesbrieven aan Emanuel Fehling, wat jouw ouders ontdekten en waardoor ze jou 'ter verbetering' naar de familie van een predikant in Adelby stuurden. In 1893 vluchtte je naar kennissen in Wansbek en brak je met jouw familie. Toen jouw vader op sterven lag, mocht je hem niet bezoeken. Hij overleed op 14 juni 1893. In Wansbek ontmoette je de gerechtsbeoordelaar Walter Lübke (1861 - 1930), met wie je in 1894 trouwde.

Walter steunde jouw kunstopleiding in München en hij betaalde jouw verblijf in München, waar je aan de schilderschool van Anton Azbe studeerde. Anton overleed op 6 augustus 1905 door keelkanker en hij werd 43 jaar. Je kreeg zangles van de sopraan Charlotte Lachs. In 1895 zijn Walter en jij gescheiden. De officiële scheiding was in 1897. Jij leidde een onafhankelijk bohemienleven, al had je wel voortdurend geldproblemen en was je veel ziek. Je kreeg diverse miskramen en je verafschuwde het leger, de bureaucratie, de aristocratie en het nationalisme.

Op 1 september 1897 werd jullie zoon Rolf geboren. Je hebt zijn naam jouw hele leven geheim gehouden. Je vertaalde literaire boeken voor de Albert Langen Verlag. Albert overleed op 30 april 1909 door een aanhoudende middenoorinfectie. Hij werd 39 jaar. Zijn vrouw Dagny Bjornson en hun twee kinderen achterlatend. Jij schreef voor tijdschriften en kranten, zoals het satirische weekblad 'Simplicissimus' van Albert, de literaire bladen 'Die Gesellschaft' en 'Die Neue Rundschau', de Frankfurter Zeitung en de München Neueste Nachrichten. In 1898 nam je acteerlessen en speelde je kort bij het Theater op de Gärtnerplatz en een tijd bij de academisch-dramatische toneelvereniging van de regisseur Otto Falckenberg.

Verder werkte je o.a. als prostituée, secretaresse, koksassistente, verzekeringsagente, vakbeursgastvrouw en glasschilderes. Je was veel geld kwijt aan onvoorziene bedelaars en donaties. Je had contact met leden van de Kosmikerkreis, zoals de schrijver/vertaler Karl Wolfskehl, de filosoof/psycholoog Ludwig Klages en de ziener/gnosticus Alfred Schuler, die met de occultist Gérard Encausse correspondeerde. In 1900 ging je samen met Rolf en Albert Hentschel naar het eiland Samos. In 1904 en 1907 ging je met Rolf naar Italië en in 1906/1907 naar Corfu. In 1906 ging je nog naar de schilderschool van Alexej von Jawlensky.

In 1910 verhuisde je naar Ascona en in 1911 sloot je een schijnhuwelijk met Baron Alexander von Rechenberg-Linten, die zo zijn erfenis kon ontvangen, wat hij in 1914 door een bankcrash verloor. In 1916 verhuisde je naar Muralto. Op 26 juli 1918 overleed je in een kliniek in Locarno aan de gevolgen van een fietsongeluk. Je werd 47 jaar en je bent begraven in het kerkhof van de kerk Santa Maria in Selva, aan de Via Vallemaggia te Locarno. In die kerk zijn mooie fresco's uit de 15-de eeuw. De schrijver Emil Ludwig, die een correspondent van het Berliner Tageblatt was, hield de grafrede.