Een noodsprong naar jouw overleden geliefde

(voor Nicolas de Staël (1914 - 1955))

Je bent geboren als Nikolay Vladimirovitsj Staël von Holstein op 5 januari 1914 in Sint-Petersburg. Jouw vader was de Russische luitenant-generaal Baron Vladimir Staël von Holstein en jouw moeder was Lubov Vladimirovna Berednikova, zijn tweede vrouw. Zijn eerste vrouw was Olga Sakhanskaya. In 1919 werd jouw familie door de Russische Revolutie gedwongen om naar Polen te gaan. Jouw vader en moeder overleden in Polen. In 1922 ging je samen met jouw oudere zus Marina naar familie in Brussel.

In Brussel studeerde je aan de Académie Royale des Beaux-Arts. In de jaren dertig maakte je verschillende rondreizen door Europa. In 1933 reisde je naar Nederland, waar je de schilderkunst van Rembrandt, Hercules Segers en Philips Koninck bestudeerde. Philips was bevriend met Rembrandt en hij woonde met zijn vrouw Margaretha van Rijn en hun acht kinderen aan de Keizersgracht. In 1934 woonde je in Parijs en bezocht je de wijnstreek Languedoc-Roussillon, waar je het werk van Cézanne, Matisse, Braque en Soutine ontdekte.

In 1936 had jij jouw eerste expositie in Galerie Dietrich et Cie in Brussel. In 1936 reisde je naar Marokko, waar je jouw partner, de schilderes Jeannine Guillou ontmoette. Zij was de dochter van admiraal Alphonse Guillou, de broer van de schilder Alfred Guillou. Je ging ook naar Algerije. In 1939-1940 was je legionair in het Vreemdelingenlegioen, wat in 1831 door koning Louis-Philippe is opgericht. In 1940 ontmoette je jouw latere galeriehoudster Jeanne Bucher en de kunstenaars Alberto Magnelli, een abstracte schilder, Sonia Delaunay-Terk, getrouwd met de kubist Robert Delaunay, Jean Arp en de architect/stedenbouwkundige Le Corbusier. In 1941 verhuisde jij naar Nice, waar je Jean, Sonia en Robert ontmoette. In september 1942 verhuisde jij naar Parijs en ging jij volstrekt abstract werken.

In 1942 kregen Jeannine en jij een dochter, genaamd Anne. Jeannine had al de 9-jarige zoon Antoine. In 1943 ging je naar Parijs terug, maar het leven was vreselijk moeilijk. In 1944 had je jouw eerste solo-expositie in Galerie l'Esquisse en je ontmoette Georges Braque, die jouw vriend werd. In 1945 had je een solo-expositie in Galerie Jeanne Bucher. Je exposeerde ook op de eerste Salon de Mai in de Galerie Pierre Maurs op 3, Avenue Matignon, met de hoogleraar kunstgeschiedenis Gaston Diehl als voorzitter. En je exposeerde in de Salon d'Automne.

Op 27 februari 1946 overleed Jeannine door een noodzakelijke, tragische abortus en ziekelijke ondervoeding. In het voorjaar van 1946 ontmoette je Françoise Chapouton, met wie je in mei 1946 trouwde. Je was bevriend met de kunstschilder André Lanskoy en via hem kreeg je een contract met Louis Carré, die al jouw schilderijen beloofde te kopen. Jouw nieuwe atelier was dichtbij het atelier van Braque. In april 1947 werd jullie dochter Laurence geboren en in april 1948 jullie zoon Jerome. Je was ook bevriend met de Duitse kunstenaar Johnny Friedlaender. Je kreeg wereldwijde aandacht en in 1950 had je een solo-expositie in de Galerie Jacques Dubourg. Je had veel succes in Engeland en Amerika.

In 1953 ging jij naar Amerika, waar jij o.a. de Barnes Foundation in Merion Station bezocht. Terug in Parijs tekende je een contract met de New Yorkse, Franse kunsthandelaar Paul Rosenberg. In april 1954 werd jullie zoon Gustave geboren. In de herfst van 1954 verhuisde je naar Antibes, Zuid-Frankrijk. Je leed aan depressie, uitputting en slapeloosheid.

Op 16 maart 1955 pleegde je zelfdoding door vanaf het raam van jouw atelier op de elfde verdieping te springen.
Je werd 41 jaar en je bent in de begraafplaats van Montrouge begraven, bij Jeannine.

Nicolas de Staël Jea Jeannine Guillou Françoise Chapouton

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

2.7 met 6 stemmen 55