Ongeneeslijke eenzaamheid
(voor Vera Rockline (1896 - 1934))
Je bent geboren als Vera Nikolaïevna Schlezinger in 1896 in Moskou. Jouw Russische vader was van Duitse afkomst en jouw moeder kwam uit Frankrijk. Je begon als leerlinge in het atelier van de kunstschilder Ilya Ivanovich Mashkov (1881 - 1944), een leerling van de impressionist Konstantin Korovin en Valentin Serov. Ilya vond jou één van zijn meest briljante leerlingen. In 1918 ging jij in Kiev in de leer bij de kunstschilderes Aleksandra Aleksandrovna Ekster (1882 - 1949), een leerlinge van Nikolai Pimonenko. Haar atelier was op de zolder op 27 Funduklievskaya Straat. De dichteres Anna Akhmatova en de dichter Osip Mandelstam kwamen daar ook, net als de balletdanseres Bronislava Nijinska. Elster kende Pablo Picasso en Guillaume Apollinaire en zij wist dat deze heren jou sterk beïnvloed hebben. Matisse en Cézanne hebben jou ook beïnvloed. Toen werkte je abstract en kubistisch.
In 1918 en 1919 exposeerde je op de 24ste Expositie van de Moskouse kunstenaarsvereniging en bij andere gelegenheden. In 1918 trouwde je met meneer Rokhlin en kreeg je de achternaam Rockline. In 1919 ging je twee jaar naar Tbilisi in Georgië. In 1921 verhuisde je naar Parijs, waar je deel van een grote, Russische gemeenschap werd. Je woonde op 12, Rue de Hambourg, nabij Montmartre. Je begon meer sensitief en impressionistisch te werken, met vloeiende lijnen en een subtiel kleurenpalet. Je schitterde met jouw (half)naakten en je had contact met gewichtige artiesten en intellectuelen. De mode-ontwerper Paul Poiret, een grote rivaal van Coco Chanel, was dol op jou en hij kocht enkele van jouw schilderijen.
Jij was dik bevriend met de kunstschilderes Zinaida Serebriakova, een leerlinge van Ilja Repin en Osip Braz, die Anton Tsjechov portretteerde. Zinaida was met haar neef Boris Sebriakov getrouwd, met wie ze vier kinderen kreeg. Boris werd door de Bolsjewieken gearresteerd en hij overleed in een gevangenis door de tyfus. In 1922 exposeerde je in de Salon d'Automne, de Salon des Independents en de Salon Tuileries. Sommige werken wonnen een prijs en de kunstcriticus Raymond Escholier noemde jouw naakten 'een symfonie van het vlees'. Jouw eigen stijl bevond zich tussen die van Courbet en Renoir. Paul Poiret promootte jouw kunst en hij bracht jou in contact met de dichter/schrijver Charles Vildrac, die jou in 1924 in zijn galerij jouw eerste solo-expositie gaf.
In 1927 werd je lid van de Salon d'Automne Society, waardoor je financieel onafhankelijk van jouw man werd. Na de scheiding van meneer Rokhlin verhuisde je naar Montparnasse. Jouw schilderwerk werd licht en vrij, meer impressionistisch, met zachtere kleuren en Renoir-achtige verfstreken. Je was er dol op om vrouwelijke naakten te schilderen, zoals 'Nude with red beret at the toilet', 'Nude with blue interior', 'Nude wearing Necklace', 'Nude with Mirror', 'Seated Nude', 'Sleeping Nude' en 'Odalisque'. Je had solo-exposities in de galerieën Charles Vildrac, Bernheim, La Boetie en Barreiro. Je was een rusteloze en dromerige vrouw, die steeds naar een bepaalde, stabiele zekerheid zocht.
Op 4 april 1934 pleegde jij in Parijs zelfdoding. Je werd 37 of 38 jaar en je bent in het dorp Recey-sur-Ource begraven. Op de begraafplaats aan de Rue du Cimetière.
Geplaatst in de categorie: idool