De zorgzame muze van John Keats

(voor Fanny Brawne (1800 - 1865))

Je bent geboren op 9 augustus 1800 op de boerderij van jouw familie nabij het dorpje West End, nabij Hampstead. In juli 1804 werd jouw broer Samuel geboren en in april 1809 jouw zus Margaret. Jouw broer John en jouw zus Jane overleden in de kindertijd. In 1810 woonden jullie in Kentish Town. Op 11 april 1810 overleed jouw vader door tuberculose. Hij werd 35 jaar. Daarna verhuisden jullie naar Hampstead Heath. In 1818 gingen jullie naar Wentworth Place, in het aangrenzende huis van het huis, waar John Keats met zijn vriend Charles Brown woonde, van december 1818 tot september 1820.

John was op 31 oktober 1795 in Moorgate, Londen, geboren. Het huis was in 1815 gebouwd door Charles Armitage Brown en de schrijver/liberaal criticus Charles Wentworth Dilke. Charles Brown was dik bevriend met John Keats. In 1818 ging John in de helft van Wentworth Place wonen. Zo'n 17 maanden. Charles Brown (1787 - 1842) was ook bevriend met de kunstschilder Joseph Severn, die ook een goede vriend van John was. In 1819 portretteerde Joseph John. Charles was tevens bevriend met de dichter/essayist Leigh Hunt, getrouwd met Marianne Kent, met wie hij tien kinderen kreeg.

Jij was klein en jij had blauwe ogen en blauwe linten in jouw bruine haar. Je had een ontwapenende glimlach en je had een gevoel voor humor. Je was een vastberaden, 18-jarige met fluwelen hoeden en mousseline mutsen, crêpe hoeden met argusveren en strohoeden versierd met druiven en tartanlinten. Je las veel en je hield van muziek. Je discussieerde vrij heftig, vooral over de politiek. In november 1818 ontmoette jij op Wentworth Place via Charles Dilke de vijf jaar oudere dichter John Keats. Jullie hadden interessante gesprekken met elkaar. Op 1 december 1818 overleed de jongere broer van John, Tom, door tuberculose. Hij werd 19 jaar en John was intens verdrietig. Jij wist hem met jouw sympathie te verkwikken. Je toonde echte interesse in hem en jouw levendigheid beurde hem weer op.

In een brief aan zijn broer George in Amerika noemde John jou 'mooi, elegant, sierlijk, dom, modieus en vreemd' en hij schreef 'ze is ongeveer van mijn lengte en ze heeft een fijne stijl van gelaat, haar vorm is zeer sierlijk en zo zijn haar bewegingen, ze is onwetend-monsterlijk in haar gedrag en ze vliegt in alle richtingen'. John werd al snel compleet verliefd op jou en je werd zijn poëtische symbool van de schoonheid. Op 18 oktober 1819 wilde John graag een liefdesrelatie met jou beginnen, wat jij liefdevol beantwoordde. Jullie wilden het geheim houden, want jouw moeder zou er niet zo blij mee zijn. John had zijn carrière in de geneeskunde afgebroken om voor zijn dichterschap te gaan, wat vooralsnog zonder grote vooruitzichten was. Hij kon zichzelf niet financieel onderhouden. Jouw moeder zou pas toestemming geven, wanneer John financieel in goede doen was. Je bezocht John vaak en je ontmoette zijn vriend Joseph Severn.

Charles was ook bevriend met de schrijver/dichter Walter Savage Landor en met de biograaf /schrijver Edward John Trelawny, die ook met Shelley en Lord Byron bevriend was. John ging naar het eiland Wight en jullie hadden een nogal bezorgde en jaloerse correspondentie. Jij ging namelijk naar veel feesten, wat John beangstigde. In 1819 was hij weer in Wentworth Place, in slechte gezondheid. In februari 1820 kreeg hij een grote longbloeding. In mei 1820 ging John naar Kentish Town en volgde er een emotionele correspondentie tussen jullie. Op 10 augustus 1820 ging hij terug naar Wentworth Place. Op 13 september 1820 ging John naar Italië. Hij ging op een foutief doktersadvies. Jullie waren al wel verloofd, maar van jouw moeder mocht jij pas na zijn terugkomst met hem trouwen. John gaf jou zijn exemplaar van 'The Cenci' van Shelley, een facsimile van een folio van Shakespeare, een Etruskiaanse lamp en een mini-portret van hem, door Severn geschilderd. Jij gaf John een nieuw zakboek, een mes en een haarlok. Jij kreeg ook een haarlok van hem. Jij naaide zijde in zijn reismuts en je gaf hem nog wat aandenkens, zoals een ovaal stuk witte carneool.

Op 23 februari 1821 overleed John Keats door tuberculose in de armen van Joseph Severn in Rome. Hij werd 25 jaar en hij is in de Cimitero dei protestanti begraven. Op zijn grafsteen staat 'Here lies one whose name was writ in water'. Severn overleed op 3 augustus 1879 en hij is naast John begraven. Jij rouwde zes jaar. Je knipte jouw haar kort, je droeg zwarte kleren en je had de van John gekregen ring om jouw vinger. Je correspondeerde met de zus van John, Fanny Keats, de enige bij wie jij goed terecht kon. In 1821 bezocht je Fanny Keats in Walthamstow, waar ze in een abdij verbleef. Jullie ontwikkelden een hechte vriendschap met elkaar. In 1822 leerde je Italiaans en vertaalde je korte, Duitse verhalen. Je publiceerde in diverse tijdschriften en Fanny Keats ging bij jou wonen. Op 28 maart 1828 overleed jouw 23-jarige broer Samuel door tuberculose. Op 23 november 1829 overleed jouw moeder, een paar dagen nadat haar jurk in de brand vloog.

In 1833 ging je in Boulogne wonen, waar je de twaalf jaar jongere verkoper Louis Lindon ontmoette, met wie je op 15 juni 1833 trouwde. Op 26 juli 1834 werd jullie zoon Edmund geboren en op 22 mei 1838 Herbert. Jullie verhuisden naar Heidelberg, waar op 10 augustus 1844 Margaret werd geboren. Je ontmoette de dichter/vertaler Thomas Medwin, een neef van Shelley en tevens zijn biograaf. Hij was ook een goede vriend van Lord Byron. Je werkte met Thomas samen om de indruk, dat John in zijn laatste dagen gek was geworden, recht te zetten. In 1859 gingen jullie naar Engeland. Door geldnood verkocht je jouw mini-portret van John aan Charles Dilke. Jij overleed op 4 december 1865. Je werd 65 jaar en je bent in de Brompton Cemetery in Londen begraven. Jouw brieven van John had je aan jouw kinderen gegeven. Ze werden in 1878 gepubliceerd. Louis overleed op 21 oktober 1872. In 1937 werden jouw brieven aan Fanny Keats gepubliceerd.

Fanny Brawne John Keats Charles Brown

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

5.0 met 1 stemmen 51