In een staat van ijlkoorts doodgebloed

(voor Ernst Fries (1801 - 1833))

Je bent geboren op 22 juni 1801 in Heidelberg. Jouw vader was de bankier/meekrapfabrikant/schilderijenverzamelaar Christian Adam Fries (1766 - 1847). Hij had schilderijen van de 17-de eeuwse Nederlanders, Claude Lorrain, Nicolas Poussin, George Augustus Wallis en Joseph Anton Koch. Jouw broers Wilhelm Fries (1819 - 1878) en Bernhard Fries (1820 - 1879) waren net als jij landschapsschilders. Jouw broers Heinrich en Hermann erfden de Fries Bank uit 1784 en de meekrapfabriek. Door jouw rijke familie en jouw vader's liefde voor de kunst kon jij gemakkelijk kunst studeren. Je kon financieel onbezorgd schilderen en reizen. Vanaf 1810 kreeg jij tekenles van de tekenaar/graveur/etser Friedrich Rottmann (1768 - 1816). Hij gaf ook les aan zijn zoon Carl Rottmann, die landschapsschilder en hofschilder werd. En hij gaf les aan Karl Philipp Fohr, die in Rome een atelier met Joseph Anton Koch deelde en die op 29 juni 1818 in de Tiber te Rome verdronk. Hij werd 22 jaar.

Vanaf 1815 kreeg jij in Karlsruhe les van de landschapsschilder/etser Carl Kuntz. Carl was een leerling van Ferdinand Kobell en een hofschilder in Karlsruhe. Hij gaf tekenles aan prinses Stéphanie Louise Adrienne de Beauharnais, getrouwd met Groothertog van Baden Karl Ludwig Friedrich. Ze kregen samen vijf kinderen; Luise, een zoon, die 17 dagen leefde en die mogelijk Kaspar Hauser was, ingeruild voor een andere baby, Josephine Friederike Louise, Alexander Maximilian Carl (1816 - 1817) en Marie Amelie. Ze woonden in Kasteel Mannheim. Karl Ludwig Friedrich overleed op 8 december 1818 in Rastatt en hij werd 32 jaar. Hij kon perfect Paulus Potter kopiëren. Zoals 'De koe' en andere dieren. In 1816 ging jij in München studeren. Op 29 december 1816 overleed Friedrich Rottmann in Heidelberg.

In 1820 ging jij naar Darmstadt, waar jij de leerling van de architect/stedenbouwkundige Georg Moller (1784 - 1852) was. Georg's vader Levin Adolf Moller was een advocaat en procurator in Diepholz en zijn moeder Elisabeth van Castelmoer kwam uit een Zwitserse, adellijke familie. Hij trouwde in 1811 met Amalie Merck en in 1839 met Helene Hille. Hij kende Johann Wolfgang von Goethe, Georg Freiherr von Wedekind en de bierbrouwerfamilie Hessemer. Hij bouwde o.a. de roomse Ludwigskirche, het oude Darmstadt Theater, wat in 1871 afbrandde, het Luisenplatz en het Vrijmetselarijhuis. Moller leerde jou perspectief en archetectonisch ontwerp. Je ging steeds meer landschapsschilderijen maken. In 1820-1821 studeerde jij aan de Academie voor Schone Kunsten München. Je reisde door het Rijnland, Tirol en Salzburg.

Van 1823 tot 1827 ging jij op studiereis naar Italië en woonde jij in Rome. Daarna woonde jij in München. Op 8 september 1830 overleed Carl Kuntz. In 1831 verhuisde jij naar Karlsruhe, naar jouw huis in Heidelberg. Je was benoemd tot Grand Ducal-Baden hofschilder.
Op 11 oktober 1833 pleegde jij zelfdoding in Karlsruhe. Je had een delirium van de roodvonk, toen je jouw polsen hebt doorgesneden. Je werd 32 jaar en je bent in de Heidelbergse bergbegraafplaats, het Bergfriedhof aan de Rohrbacher Strasse, afdeling E, begraven. Jouw vrouw Louise is bij jou begraven.

Het grafmonument is een harskopie van de afgebrokkelde, antieke sarcofaag van zandsteen. Het lijkt op een huis en op het grafmonument van Jean-Jacques Rousseau. Rousseau was eerst op het Île des peuplier begraven, wat ook door koningin Marie-Antoinette is bezocht. In 1794 werd Rousseau in het Pantheon bijgezet, terwijl een kapel de muziek uit zijn opera 'Le devin du village' uit 1752 speelde. Deze opera schonk hem veel roem en rijkdom. Het werd ook bij het huwelijk van de 16-jarige Lodewijk XVI en de 14-jarige Marie-Antoinette opgevoerd. Koning Lodewijk XV hield veel van deze opera en hij bood Rousseau een levenslang pensioen aan, wat hij weigerde.

Ernst Fries Friedrich Rottmann Carl Kuntz

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 16