Je bent een zielsverwant van Jakob Böhme

(voor Louis-Claude de Saint-Martin (1743 - 1803))

Je bent geboren op 18 januari 1743 in Amboise aan de Loire. Het Château d'Amboise steekt boven de stad uit. Graaf Fulco III van Anjou is in de elfde eeuw met de bouw begonnen. Het was lange tijd eigendom van de Franse koningen. Koning Lodewijk XI liet zijn vrouw Charlotte van Savoye en hun kinderen er wonen. Karel VIII en Anna van Bretagne (1441 - 1483) woonden er met hu kinderen. Karel overleed op zijn 27-ste, omdat hij zijn hoofd tegen een balk stootte. Anna hertrouwde met Karel's zwager koning Lodewijk XII, met wie zij twee dochters kreeg, Claude en Renée. Claude (1499 - 1524) werd koningin en het pruimenras Reine Claude is naar haar vernoemd. Koning Frans I liet Leonardo da Vinci in het Manoir du Clos Lucé wonen, wat via een onderaardse gang met Château d'Amboise verbonden was. Leonardo overleed op 2 mei 1519 in Clos Lucé. Hij schilderde daar de Mona Lisa, Johannes de Doper en Sint-Anna-in-drieën. Leonardo is in de Chapelle Saint Hubert bij Château d'Amboise begraven, wat voorheen de huiskapel van Anna van Bretagne was. In Amboise bevindt zich ook het Château de Chanteloup.

Jij studeerde rechten en jij werd advocaat. Op jouw 22-ste werd je onderluitenant bij het regiment in Foix en later in Bordeaux. Tijdens jouw militaire carrière bestudeerde je de esoterie. Via jouw vriend kapitein De Granville ging je vanaf 1765 naar de Ordre des Chevaliers Maçons Elus-Cohen de l'Univers, gesticht door de vrijmetselaar/theürg Joachim Martines de Pasqually, jouw leermeester. In 1771 verliet jij het leger en was je enkele maanden de persoonlijke secretaris van Martines de Pasqually, maar je verliet zijn beweging, omdat je die te magisch vond en te weinig mystiek. De mysticus/vrijmetselaar Jean-Baptiste Willermoz was ook een leerling van Martinez de Pasqually. In 1773 en 1774 verbleef je bij Willermoz in Lyon. Martines de Pasqually overleed in 1774. Je werd sterk door de rites van deze orde beïnvloed en zij vormden de basis van jouw filosofische thema's. Je was een illuministische schrijver, die reageerde op de materialistische filosofen van de Encyclopédie, zoals Denis Diderot, Jean le Rond d'Alembert, Montesquieu, Jean-Jacques Rousseau, Voltaire en Louis de Jaucourt. Het illuminisme interpreteert de christelijke teksten vanuit het perspectief van het occulte en het neoplatonisme.

Bij jouw vriend Willermoz, die een stoffenwinkel in Lyon had, schreef je jouw eerste werk 'Over dwalingen en de waarheid'. Toen het in 1775 verscheen, was je in Parijs en kreeg je de bijnaam 'le Philosophe inconnu'. In 1782 verscheen het vervolg 'De samenhang tussen God, de mens en het universum'. Je week af van de actieve magie en je ging voor een meer intermenselijke visie. Je wantrouwde de op macht beluste vrijmetselarij, ook al was je korte tijd lid van de 'Le Rite Ecossais Rectifié' van Willermoz. In Straatsburg ontmoette je Madame Charlotte Louise-Wilhelmine de Böcklin (1748 - 1820), die jou op het spoor van de filosofie van de mysticus/theoloog Jakob Böhme zette. Dit was een grote openbaring voor jou en na 'L'Homme de désir' uit 1790 en 'Le Nouvel Homme' en 'Ecce Homo' uit 1792 schreef je nog vooral vanuit de filosofie van Böhme. Je hebt een tijd met Charlotte de Böcklin in Straatsburg samengewoond. Je aanbad het spirituele verlichtingsniveau van Charlotte. Charlotte was ook bevriend met de advocaat/boekhandelaar Frederick Rodolphe Salzmann, voor wie zij veel respect had. Je ontmoette Dorothea Westermann, die net als de mysticus Emanuel Swedenborg visioenen had en engelen zag.

Verder begon je een correspondentie met de Zwitserse magistraat/econoom Niklaus Anton Kirchberger (1739 - 1799), die ook correspondeerde met Jean-Jacques Rousseau, de dichter Christoph Martin Wieland, de mysticus/theosofist/vrijmetselaar Louis Claude de Saint-Martin, de schrijver/filosoof Johann Caspar Lavatar, die Goethe had ontmoet en theoretisch uitgedaagd, en de salonnière Suzanne Julie Bondeli. Het Martinisme is een paramacónnieke, spirituele beweging, die uit jouw leringen is ontstaan. De esotericus Papus onderscheidde het Martinisme van het Martinezisme van jouw leermeester. Je zegt: 'Het doel van inwijding is ingaan in het hart van God en God laten ingaan in jouw eigen hart!'. De zoon van Papus, Philippe Encausse (1903 - 1984) was ook een Martinist en soeverein grootmeester. Hij was getrouwd met Jacqueline Basse. Voorts was de esotericus/spiritueel genezer Nizier Anthelme Philippe ook een Martinist en de geestelijk leraar van Papus.

In 'Le Ministère de l'homme-esprit' uit 1802 verenigde je de filosofische standpunten van Jakob Böhme met die van Martines de Pasqually. Je vertaalde Böhme's werken en je gaf ze uit. Je overleed op 13 oktober 1803 in Aulnoy, nabij Sceaux, wat nu Châtenay-Malabry heet en waar de mezzosopraan Marie-Geneviève Martin (1814 - 1862) is geboren, de vrouw van Hector Berlioz. François-René de Chateaubriand woonde daar op het landgoed Vallée-aux-Loups. Je overleed bij de senator Lenoir-Laroche en je werd 60 jaar.