Met een beeld over de witte slavernij

(voor Abestenia St. Leger Eberle (1878 - 1942))

Je bent geboren op 6 april 1878 in Webster City, Iowa. Jouw moeder was een muzikante en jouw vader was een arts in het Amerikaanse leger. Jullie woonden later in Kansas en in Missourie. Daarna woonden jullie in Kanton, Ohio. Je studeerde eerst voor professioneel muzikante. Jouw moeder gaf jou pianolessen en zij stimuleerde jouw muzikale talent. Jij volgde cellolessen, totdat jouw vader vol lof over een kleimasker van jou was. Hij ontdekte jouw talent voor modelleren. Hij bood jou echter nooit financiële bijstand. In Kanton studeerde je twee jaar bij de beeldhouwer Frank Vogan, die bustes maakte. In Kanton kopieerde je grafstenen en gedenktekens.

In 1899 begon je met jouw opleiding aan de Art Students League of New York op 215 West 57th Street, waar de beeldhouwer George Grey Barnard jouw leraar was. George werkte in Parijs in het atelier van de beeldhouwer Pierre-Jules Cavelier en hij ging naar de École nationale supérieure des beaux-arts. Hij was getrouwd met Edna Monroe. Jij ging naar Puerto Rico, waar jouw vader en familie woonde, en je maakte schetsen van straattaferelen. In 'Puerto Ricaanse Moeder en Kind' uit 1901 liet je voor het eerst het dagelijkse leven van de lagere klasse mensen zien. Je kreeg direct erkenning, beurzen en prijzen. Je mocht zelfs de klas van George Barnard overnemen, wanneer hij dat niet kon. Je had een grote indruk op Barnard gemaakt. Samen met de beeldhouwster Anna Hyatt Huntington maakte je de sculptuur 'Men and Bull', wat in 1904 op de expositie van de Society of American Artists werd getoond en veel succes had. In 1906 splitsten Anna en jij. Anna maakte dierensculpturen en grote monumenten, terwijl jij kleine, bronzen beelden over de sociale hervorming van de lagere klasse immigranten maakte.

In 1906 werd je lid van de National Sculpture Society, opgericht in 1893. En je werd associate academicus aan de National Academy of Design. Jouw stijl is verwant aan de Art Nouveau en de New Sculpture beweging, zoals de Shaftesbury Memorial Fountain van Alfred Gilbert op Piccadilly Circus in Londen. Kort na de opening van dit beeld kreeg Alfred's vrouw, zijn nicht Alice Jane Gilbert, een inzinking en zat zij een tijd in een psychiatrische inrichting. In 1904 zijn ze gescheiden en ging Alice weer naar de psychiatrische inrichting. Ze kregen samen vijf kinderen. Jij maakte vooral portretsculpturen en decoratie voor fonteinen. In 1906 maakte je 'Old Woman Picking Up Coal', een arme, Italiaanse vrouw die in de straten naar stukjes steenkool zoekt voor haar kachel. In 1907 maakte jij 'Girl Skating', een jong meisje uit de lagere klasse rolschaatst heel uitbundig en vrolijk door een straat in New York. In 1907 maakte je ook 'Little Mother', gemaakt met behulp van Italiaanse modellen, in jouw atelier op West 9th Street, nabij Washington Square.

In mei 1907 ging jij naar Napels om het gietproces van jouw bronzen beelden te volgen. De bronsgieters waren eerst haatdragend en jaloers, maar dat veranderde toen ze jouw detaillistische werkzaamheden zagen. Jij zorgde ervoor dat ze een flink ontbijt kregen. In 1913 toonde je 'The White Slave' op de Armory Show in New York. Het schokverwekkende beeld toont naakte kinderprostitutie en actueel realisme, wat witte slavernij werd genoemd. Het is jouw reactie op het lot van immigratievrouwen met een laag inkomen, die tot prostitutie worden gedwongen om te overleven. Terug in New York was je vervuld van het verleden en de klassieke kunsten. Je bestudeerde de mensen op de Lower East Side. In 1908 maakte je 'Bubbles', een jong meisje dat zeepbellen blaast. In jouw atelier in Greenwich Village maakte je enkele van jouw meest opvallende beelden. Je maakte sculpturen van arbeiderskinderen uit de Lower East Side. Je toonde de vitaliteit van de immigrantenbevolking.

In 1914 verscheen 'Dance of the Ghetto Children'. Later woonde je op de bovenste verdieping van een huis in Lower East Side, waar je een speelkamer en een atelier had. Je vertelde verhalen en je had speelgoed, waardoor de kinderen bij jou kwamen. Zo maakte je direct sculpturen van de kinderen. In 1930 moest jij New York verlaten vanwege geld- en gezondheidsproblemen. Je ging naar Westport in Connecticut. Je kreeg een hartkwaal. In 1914-1916 maakte je het bronzen beeld 'You Dare Touch My Child'. Je vond dat kunst een sociale functie moest hebben. Je overleed op 26 februari 1942 in jouw appartement in New York City. Je werd 63 jaar en je bent begraven in de Oak Lawn Cemetery in Fairfield, Connecticut.