Een lesbische dichteres en de favoriet van queen Victoria

(voor Adelaide Anne Procter (1825 - 1864))

Je bent geboren op 30 oktober 1825 op 25 Bedford Square in Bloomsbury, Londen. Jouw moeder was Anne Skepper en jouw vader was de dichter/commissaris Bryan Waller Procter. Hij was toezichthouder voor geesteszieken. Jouw familie had belangrijke, literaire contacten. De romanschrijfster/biografe Elizabeth Cleghorn Gaskell Stevenson kwam graag bij jullie op bezoek. Zij was getrouwd met de dominee/minister William Gaskell. Jouw vader was bevriend met de dichter Leigh Hunt, de spil van de Hampstead dichtersgroep. Leigh was dik bevriend met John Keats en Percy Bysshe Shelley. Samen met zijn vrouw Marianne Kent kreeg hij tien kinderen.

Jouw vader was ook bevriend met Charles Dickens en de dichter/essayist Charles Lamb. Charles en zijn zus Mary waren periodiek geestesziek. Mary vermoordde haar moeder door met een keukenmes in haar hart te steken. Charles bevrijdde Mary uit een gekkenhuis in Islington en hij zorgde voor haar. Hij wilde graag met de actrice/zangeres Frances Maria Kelly trouwen, maar dat weigerde zij. Jouw vader ontmoette de dichter William Wordsworth en de literair criticus/schilder William Hazlitt, die met Sarah Stoddart trouwde, een vriendin van Mary Lamb. Sarah en William kregen samen drie zonen. William's tweede vrouw was de Schotse weduwe Isabella Shaw. De dichteres Bessie Rayner Parkes was jullie huisvriendin. De actrice/schrijfster Fanny Kemble vond, dat jij als kind een treurige uitstraling had. Charles Dickens loofde jouw hoge mate van intelligentie en interesse-uitwisseling.

In 1843 verscheen jouw eerste gedicht 'Serving Angels' in 'Healh's Book of Beauty'. Jij was vooral autodidactisch, al studeerde jij in 1850 aan het Queens College op 47 Harley Street, in 1848 opgericht door de theoloog/schrijver Frederick Maurice. In 1853 stuurde jij jouw poëzie naar het weekblad 'Household Words' van Dickens. Je gebruikte het pseudoniem Mary Berwick. Dickens ontdekte pas in 1854 dat jij Mary Berwick was. Jij publiceerde 74 gedichten in 'Household Words' en 7 in het literaire weekblad 'All the Year Round', wat ook van Dickens was en de opvolger van 'H W', na een kleine ruzie van Dickens met zijn uitgevers William Bradbury en Frederick Mullett Evans. De dochter van Evans, Elisabeth Matilda Moule Evans, trouwde met de oudste zoon van Dickens, Charles Culliford Boz, de redacteur van 'All the Year Round' en een woordenboekenschrijver. Dickens weigerde bij het huwelijk aanwezig te zijn. De gehuwden kregen samen acht kinderen, o.a. de schrijfster Mary Angela, die door haar tante, de schilderes Catherine Elizabeth Dickens (Kate Perugini), in 1882 geportretteerd is.

Mary Angela woonde samen met haar nicht Margaret Alice Moule, die in 1939 overleed. Ze woonden op 3 Baliol Road in Hitchin. De schrijfster en achterkleindochter van Charles Dickens, Monica Enid Dickens (1915 - 1992) werkte voor een krant in Hitchin. Mary Angela overleed op 7 februari 1948 en ze is naast Margaret Alice begraven, in de Hitchin Cemetery. Op Mary's graf staat 'Christe eleison'. De uitgever Edward Chapman ligt daar ook begraven, uitgever van o.a. Charles Dickens, Elizabeth Barrett Browning en haar man Robert Browning. Jij publiceerde ook in 'Good Words' en 'Cornhill'. Je was de redactrice van het tijdschrift 'Victoria Regia', uitgegeven door de vrouwenrechtenactiviste Emily Faithfull van de Victoria Press. In 1851 werd jij rooms-katholiek en werkte jij voor de liefdadigheid en feministische zaken. Jouw katholicisme bepaalde jouw keuze van beelden en symbolen. Je schreef vooral over de vrouwen uit de arbeidersklasse. Je schreef eenvoudig, direct en duidelijk.

Je was bevriend met de feministes Bessie Rayner Parkes en Barbara Bodichon. In 1858 hielp je mee met de oprichting van het feministische tijdschrift 'English Woman's Journal' en je was lid van de Langham Place Group, die op 19 Langham Place samen kwam, het kantoor van de 'EWJ'. Andere leden waren Helen Blackburn, Jessie Boucherett en Emily Faithfull. Het 'EWJ' werd grotendeels gefinancierd door Anna Maria Helena, comtesse de Noailles. In 1858 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Legends and Lyrics'. In datzelfde jaar ben jij met iemand verloofd, maar na enkele jaren verliet hij jou. In 1859 stichtte jij samen met Jessie Boucherett, Barbara Bodichon en Maria Susan Rye de Society for Promoting the Employment of Women.

In 1861 volgde het tweede deel van 'Legends and Lyrics'. Jij was de favoriete dichteres van koningin Victoria. Je was enorm populair, maar je bleef bescheiden. In 1877 zette Arthur Sullivan jouw gedicht 'A Lost Chord' op muziek, met een groot, ver reikend succes. In 1862 verscheen jouw derde bundel 'A Chaplet of Verses'. Je schreef veel over armoede, dakloosheid, oorlog en gevallen vrouwen. Jij was lesbisch en jij had een liefdesrelatie met de schrijfster/journaliste Matilda Mary Hayes, mede-oprichter van het 'EWJ'. Jij hebt 'Legends and Lyrics' aan haar gewijd en jij schreef het liefdesgedicht 'A Retrospect' voor haar. Matilda had tien jaar een relatie met de actrice Charlotte Cushman en ze had een relatie met de beeldhouwster Harriet Goodhue Hosmer, die een relatie met de Schotse kunstverzamelaar/filantroop Louise Caroline Baring, Lady Ashburton had.

In 1862 kreeg jij tuberculose. Een kuur in Malvern baatte niet. Na een jaar bedlegerig te zijn, overleed jij op 3 februari 1864 in Londen. Jij werd 38 jaar en jij bent in de Kensal Green Cemetery begraven.

Adelaide Procter

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

4.0 met 1 stemmen 45