Was jij, poëet Francis, Jack the Ripper?

(voor Francis Thompson (1859 - 1907))

Je bent geboren op 16 december 1859 aan Winckley Street in Preston, net als de schrijver/dichter Robert William Service. Jouw vader Charles T. was een arts, die rooms was geworden. Jouw oom was de roomse schrijver Edward Healy Thompson, getrouwd met de schrijfster Harriet Diana Calvert en bevriend met kardinaal Henry Edward Manning. Jouw oom John Costall Thompson was ook een schrijver. Een broer van jou overleed in de kindertijd en jij had drie jongere zussen. Op jouw elfde ging jij naar het Ushaw College, een rooms seminarie nabij Ushaw Moor en Durham, met een kapel en bibliotheek. De schrijver Lafcadio Hearn zat ook op deze school. Van 1864 tot 1885 woonde jij in een huis in Ashton-under-Lyne.

Jij was een dromerige, kwetsbare, delicate en extreem verlegen jongen. Jij liep vaak schaapachtig langs de schoolmuren met de jaskraag omhoog. Jij was grotendeels in de universiteitsbibliotheek te vinden, waar jij vooral poëzie- en geschiedenisboeken las. Jij liet jezelf daarbij niet afleiden door de chaos en de katapultgevechten. Je bleef heel geconcentreerd en afgesloten. Van de 20 examenessays behaalde jij 16 keer de eerste plaats. Jij deed graag aan handbal en jij wist alles van cricket, al deed je daar weinig aan mee. Jouw vader wilde graag dat jij ook arts werd en zo ging jij op jouw 18-de naar het Owens College in de wijk Chorlton-on-Medlock in Manchester om geneeskunde te studeren. De schrijver George Gissing studeerde daar ook, totdat hij vanwege het bestelen van zijn medestudenten werd verwijderd en een maand dwangarbeid in de Belle Vue Gaol kreeg. Hij woonde aan de Grafton Street. Jij had geen interesse in de medische studies, maar jij was dol op poëzie en cricket. Jij schreef uitstekende essays. Toen je in Manchester een zenuwinzinking kreeg, nam je voor het eerst opium om jouw gezondheid te verbeteren.

Jij wilde militair worden, maar jij werd afgewezen, omdat jij te klein was. Bij voorbaat al gekleineerd. Je wilde ook priester worden, waar men jou ongeschikt voor vond. Je zakte drie keer voor het medische examen en jouw familie was boos. Op jouw 25-ste ging je naar Londen, waar je op straat lucifers verkocht, waar je boodschappen voor anderen deed, waar je taxi's voor anderen regelde en waar je voor de schoenmaker John McMaster aan Panton Street en voor boekverkopers werkte. Je slenterde in de straten rondom Charing Cross, waar een bronzen ruiterstandbeeld van koning Charles I staat, gemaakt door Hubert Le Sueur. Je sliep bij de Thames, bij de andere daklozen en verslaafden. Jouw vader stuurde jou geregeld wat geld, wat natuurlijk aan de opium werd besteed. Jij mocht de leeszaal van het British Museum niet in, omdat jij er erg onverzorgd en vervuild uitzag. De universiteit van Oxford wees jou af, vanwege jouw opiumverslaving. Wanhopig dacht je aan zelfdoding, maar je werd gered door een visioen van Thomas Chatterton, die op 24 augustus 1770 in Holborn zelfdoding pleegde met arsenicum. Jij raakte bevriend met een prostituée, die jou onderdak en voedsel verschafte. Je hebt nooit willen zeggen wie deze reddende engel was.

Na drie jaar op straat stuurde jij jouw poëzie naar het tijdschrift 'Merrie England' en werd je ontdekt door de redacteur/uitgever Wilfred Meynell en zijn vrouw, de schrijfster/dichteres Alice Christiana Gertrude Thompson, geen familie. Zij woonden op 47 Palace Court in Baywater. Zij kregen acht kinderen, o.a. de schrijfster Viola Meynell en de dichter Francis Meynell. In 1893 zorgde Wilfred voor de publicatie van jouw bundel 'Poems'. De dichter Coventry Patmore was ook idolaat van jouw poëzie, overigens ook van Viola, die daarom haar vriendschap met hem verbrak. Wilfred en Alice stuurden jou voor ruim twee jaar naar de Norbertijnse Our Lady of England Priory in Storrington om van jouw opiumverslaving te herstellen. Je schreef daar de gedichten 'Hound of Heaven' en 'To Daisy'. Verder bleef jij kleine hoeveelheden opium tegen de zenuwpijn gebruiken. Van 1888 tot 1897 schreef jij jouw meeste poëzie en daarna ging jij over op proza. Jij kreeg lovende reacties op 'Poems' en een lofrede van Coventry Patmore. De bisschop van Londen noemde jouw gedicht 'Hound of Heaven' 'één van de meest geweldige gedichten ooit geschreven'.

Jij verhuisde vaak en tenslotte woonde je als een herstellende invalide in het dorpje Pantasaph. Jij woonde naast de kloosterpoorten van het St Clare's Convent, op het postkantoor en in het Crecas Cottage tussen Pantasaph en Carmel. De opium, armoede en slechte gezondheid hadden een wrak van jou gemaakt. Jouw literaire succes stond daar los van. Jij overleed op 13 november 1907 door tuberculose in het Hospital of St John and St Elizabeth in St John's Wood, Londen. Jij werd 47 jaar en jij bent in de St. Mary's Roman Catholic Cemetery in Kensal Green begraven. Op jouw graf staat: 'Look for me in the nurseries of heaven'. Iets na 27 november 1922 is Alice Meynell ook in deze begraafplaats begraven.

Jij werd er later van verdacht, dat jij Jack the Ripper was. De verdachtenlijst is groot, zelfs Lewis Carroll staat erop. Je werd o.a. verdacht door jouw medische snij-ervaringen in het universitaire mortuarium, jouw krankzinnige gedicht 'The Nightmare of the Witch-babies' en jouw duistere straatleven. Jij was bevriend met het vijfde slachtoffer, de Ierse prostituée Mary Jane Kelly (1863 - 1888). Verder kende jij natuurlijk wel meer straathoeren, die ook vaak dakloos en verslaafd waren. Jij woonde in Spitalfields, toen de prostituees werden vermoord. Jij woonde in een nachtopvang op 50, Crispin Street, tegenover Mary. Mary woonde op 13 Miller's Court toen zij op 9 november 1888 gruwelijk werd vermoord. Jij droeg altijd een scalpel bij je en jij schreef over het doden van hoeren met messen. Jij leed aan een religieuze manie en de drang om vrouwen te verminken. Was Mary de barmhartige hoer, die jou destijds redde? Of één van de eerdere slachtoffers? En zo ja, was jij dan werkelijk zo krankzinnig om zelfs jouw hulpverleenster in jouw diepste ellende achteraf op beestachtige wijze te verslinden? Indien jij werkelijk Jack the Ripper was, was het dan voor jou niet mogelijk om Mr. Hyde Dr. Jekyll te laten vermoorden? Dan waren die onschuldige prostituees niet omwille van jouw mislukte leven en jouw dwaze wil om als dichter te zegevieren opgeofferd.
Of kunnen we jou inmiddels wegstrepen en was jij louter en alleen Francis Thompson?...