De gestolen schedel van Sint Birgitta van Zweden

(voor Sint Birgitta van Zweden (1303 - 1373))

Jij bent geboren als Birgitta Birgersdotter in ongeveer 1303 in Uppland, Zweden. Jouw vader was de ridder Persson Finstaätten van de de Finsta-familie. Volgens de traditie ben jij in Finsta geboren. Jouw vader was een wetspreker van Uppland en een rijke landeigenaar. Jouw moeder was Ingeborg Bengtsdotter van de Folkunga-familie en verwant aan de Zweedse koningen. In 1316, op jouw 14-de, trouwde jij met Ulf Gudmarsson van de Ulvasa-familie, met wie jij enkele kilometers ten westen van het Ulvasa Herenhuis aan het Borenmeer ging wonen. Van het landhuis, waar jij de langste tijd van jouw leven woonde, zijn nog enkele ruïnes te zien. Samen met Ulf, heer van Närke, kreeg jij 4 dochters en 4 zonen. 6 overleefden de kindertijd. Jullie oudste dochter was Margareta Ulfsdotter (1319 - 1371), die de hofdame van koningin Margaretha I van Denemarken werd. Haar dochter was de abdis Ingegerd Knutsdotter van de abdij van Vadstena. Ingegerd verbrak de gelofte van kuisheid en zij sekste met wereldse en kerkse mannen. Zij verduisterde de belasting aan de paus en zij werd uiteindelijk ontslagen.

Jouw tweede dochter was Sint Catharina van Vadstena (1332 - 1381), die samen met jou het Heilige Land bezocht. Zij was de abdis van het Brigittine klooster, door jou gesticht. In 1344 stichtte jij de Orde van de Allerheiligste Verlosser (OSsS), de Briggittines, die de Regel van Sint-Augustinus volgen. Jouw dochter Catharina was dik bevriend met Sint Catharina van Siena, die aan anorexia nervosa leed, verlamd was en een zware beroerte kreeg. Zij overleed op 29 april 1380 in Rome en zij werd 33 jaar. Jouw jongste dochter was de edelvrouw Cecilia Ulvsdotter, die door jou tegen haar zin als novice in de Dominicaanse abdij van Skänninge werd geplaatst. Dat klooster werd door Sint Ingrid van Skänninge gesticht, die jou tot heiligheid inspireerde. Ingrid had een ascetische levensstijl en zij deed mystieke openbaringen. Via een omweg belandde haar schedel in 1959 in de Bridgetijnse abdij van Maria Toevlucht in Uden, althans dat werd lange tijd gedacht. Cecilia werd door jouw zoon Karl Ulvsson uit het klooster bevrijd, waarna zij 2 of 3 keer trouwde. Jij biechtte iedere dag en jij had continu een glimlachend, gloeiend gezicht.

Jij deed aan liefdadigheidswerken en rond jouw 32-ste jaar werd jij de eerste hofdame van koningin Blanche van Namen (1320 - 1363), die met koning Magnus IV minstens 3 dochters en 2 zonen kreeg, Eric en Haakon. De dochters overleefden de kindertijd niet. Jij wilde niet dat Blanche en Magnus in jouw abdij van Vadstena begraven werden. Volgens jou had Blanche een negatieve invloed op de staatszaken. Jij zei, dat zij 'de tong van een slang, drakengal in haar hart en het meest bittere gif in haar vlees' had. Dat is zeker niet lief en kenmerkend van een heilige om zo te denken. Verder vond jij het zeer walgelijk, dat Blanche en Magnus na de 7-de zwangerschap tot seksuele onthouding besloten, iets wat jou normaliter toch deugd moest doen. Jij was vooral zo afwijzend vanwege de geruchten, dat hertog Bengt Algotsson de minnaar van beiden was en dat Magnus homoseksueel was. In 1359 overleden Eric en zijn echtgenote Beatrix van Beieren door de pest. Hij werd 19 of 20 jaar en zij werd 15 jaar. Blanche overleed in 1363 en zij werd 42 of 43 jaar. Albert Edelfelt schilderde in 1877 het schitterende schilderij 'Rijden op een paard, genaamd Blanche'.

In 1341 ging jij met Ulf op pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. In 1344 keerden jullie naar Zweden terug en overleed Ulf in de cisterciënzer Alvastra Abdij. Jij werd lid van de Derde Orde van Sint Franciscus en jij was van plan de Brigittines te stichten. De Vadstena abdij werd volop gefinancierd door Magnus en Blanche, dus is het best raar dat jij hen daar geen begrafenis gunde. Jezus leert ons om niet te oordelen en wat deed jij? Jouw Orde bestaat uit dubbele kloosters, met aparte kloostergangen voor vrouwen en mannen, maar het is één gemeenschap. Het waren/zijn arme kloosters, die alle overtollige inkomsten aan de armen geven. Zij mogen wel zoveel boeken hebben als zij maar willen. In 1350 ging jij met jouw dochter Catherina en een groepje priesters en discipelen op pelgrimstocht naar Rome, vooral om toestemming van paus Urbanus V voor jouw Orde te krijgen. Het pausdom was destijds in Avignon gevestigd en jij moest wachten tot Urbanus V naar Rome terug keerde. In 1370 heeft Urbanus V jouw Orde goedgekeurd. Je was in Rome niet echt gelukkig, want je werd achtervolgd door schulden en jouw verzet tegen het misbruik van de kerk werd tegengewerkt. Jij kreeg vanaf jouw kindertijd visioenen/openbaringen, o.a. van de Geboorte van Jezus en hoe Maria en Jozef hem annbidden, wat de kunst beïnvloedde.

In 1373 ging jij met jouw dochter Catharina op bedevaart naar Jeruzalem en Bethlehem. Jij overleed op 23 juli 1373 op een houten plank in het Palazzo Farnese aan het Piazza Farnese in Rome. Dat was het huis van de adellijke Francesca Papazzurri en jij woonde daar 19 jaar. Jij werd 69 of 70 jaar en jij werd eerst in de kerk van San Lorenzo in Panisperna te Rome begraven. Catharina heeft jouw ontzielde lichaam/overblijfselen in 1374 in het klooster van Vadstena begraven. Op 7 oktober 1391 ben jij door paus Bonifatius IX heilig verklaard. De Vadstena Abdij was in de loop van de tijd ook een ziekenhuis, een bejaardentehuis, een begraafplaats voor adellijke families, een tehuis voor veteranen, een school, een ziekenhuis voor o.a. geslachtsziekten, een gevangenis en van 1826 tot 1951 een krankzinnigengesticht. De abdijkerk, de Blauwe kerk, bevat in een rode kist relikwieën van jou. Het huidige klooster van Bridgetijnse nonnen, nabij de oude abdijkerk, heet Pax Mariae en is opericht vanuit een Bridgetijnse abdij in Nederland. Dit zal de abdij Maria Toevlucht op de Veghelsedijk 25 in Uden zijn, waar ook hun museum Krona is. Hun abdijkapel Sint-Brigitta ligt op Vorstenburg 1 in Uden. Overigens zijn er ook Zusters Birgittinessen in de Abdij Maria Hart op de Maasstraat 17 in Weert.

Rond 1527 werden jouw overblijfselen naar de Zweedse, koninklijke crypte gebracht. In 1643 liet de 16-jarige, biseksuele koningin Christina Maria Alexandra I van Zweden na een diner haar gasten de grafkelders met sarcofagen en kisten zien. De roomse kamerheer De Beaulieu herkende jouw geraamte. Hij stal jouw schedel en een mantel uit jouw kist. Hij biechtte deze diefstal op bij de Franse ambassadeur Caspar Coignet, graaf van Courson. Caspar liet De Beaulieu een certificaat van echtheid maken en Caspar nam jouw schedel mee naar Frankrijk. Hij vroeg de bisschop van Auxerre of hij jouw schedel in de kerk van Courson mocht plaatsen. Op 20 juni 1959 ging jouw schedel van Courson naar Uden. Twee schedels, die van jou en jouw dochter Sint Karin zouden zijn, werden in 2010 in Zweden op hun DNA getest en blijken niet van jullie te zijn. Jouw schedel, mits het echt jouw schedel is, ligt momenteel in een glazen schrijn in de abdijkapel Sint-Birgitta.

Zoals ik al aangaf, dacht men lange tijd dat de schedel van Sint Ingrid van Skänninge in de abdij Maria Toevlucht in Uden was beland, maar na een DNA-onderzoek van de schedel(s) in de Vadstena Abdij blijkt daar jouw schedel niet te zijn, dus denkt men dat jouw schedel in de abdij Maria Toevlucht is. De priorin Marie-Bernadette rekent zichzelf en haar zusters al rijk en ze vindt een DNA-test van hun schedel niet echt nodig. Liever blijven ze echt geloven, dat zij jouw echte schedel te pakken hebben. Overigens is die dan wel uit de Vadstena Abdij gestolen en zou het van meer respect getuigen, wanneer die schedel, jouw schedel, naar de heilige plek in het Zweedse klooster teruggebracht wordt. Ter ere van jou en jouw dochter Sint Catharina. Zodat jouw schedel bij de andere overblijfselen gevoegd wordt. Er werd en wordt wat door de roomsen met de botten van de heiligen gesold. Het gebod 'Gij zult niet stelen' mag door de Udense Brigittinessen nog wel eens nader onder de loep genomen worden. Wanneer ze een DNA-test blijven weigeren, blijft hun schedel een twijfelgeval. En afgezien daarvan zijn het toch maar macabere verzamelaars, die roomse gasten. Jij heet niet voor niets Sint Birgitta van Zweden en niet Sint Birgitta van Nederland.