De surrogaat-moeder van de suïcidale Mark Gertler

(voor Lady Ottoline Morrell (1873 - 1938))

Jij bent geboren als Ottoline Violet Anne Cavendish-Bentinck op 16 juni 1873 in Royal Tunbridge Wells in Kent. In 1606 ontdekte Dudley North, 3rd Baron North, een minerale, helende bron bij Eridge, wat het kuuroord Tunbridge Wells werd. In 1676 werd er de Church of King Charles the Martyr op 3 Warwick Park gebouwd, bezocht door koningin Victoria. De dichter Keith Castellain Douglas is ook in Tunbridge Wells geboren. Hij werd op 9 juni 1944 nabij Bageux door een Duitse mortier vermoord. Hij werd 24 jaar en hij is in de Tilly-sur-Seulles War Cemetery begraven.

De romanschrijfster Mary Monica Maxwell-Hope Scott is ook in Tunbridge Wells geboren. Zij was de achterkleindochter van Sir Walter Scott en samen met haar man, de Hon Joseph Constable-Maxwell, kreeg zij 8 kinderen. Zij woonden in Abbotsford House, nabij Galashiels. De laatste van de Scott-familie, die in Abbotsford House woonde, was Lady Jean Mary Monica Maxwell-Scott, die daar op 5 mei 2004 overleed. Zij was de hofdame van prinses Alice Christabel Montagu Douglas Scott, hertogin van Gloucester, die op 29 oktober 2004 in Kensington Palace overleed en 102 jaar werd.

Jouw vader was luitenant-generaal Arthur Cavendish-Bentinck en jouw moeder was Augusta Browne, later barones Bolsover. Jouw opa en oma waren Lord Charles Bentinck en Lady Anne Wellesley. Anne's moeder was de France actrice Hyacinthe-Gabrielle Roland, die in 1791 op haar 25-ste door Élisabeth Vigée Le Brun schitterend is geportretteerd. In 1879 verhuisde jij naar Welbeck Abbey in Nottinghamshire, in 1140 gesticht door Thomas de Cuckney als een Norbertijnse abdij. De eerste rond 1086 vermelde eigenaar was de Normandische edelman Hugh FitzBaldric. Lady Anne Cavendish-Bentinck was tot haar overlijden op 21 december 2008 de eigenares van Welbeck Abbey. Zij woonde ten noorden van het landgoed, in Welbeck Woodhouse. Haar neef, William Henry Marcello Parente, geboren op 18 februari 1951, is nu de eigenaar van Welbeck Abbey. Hij is de zoon van Anne's zus Lady Margaret (1918 - 1955) en Gaetano Parente, prins van Castel Viscardo. In 2005 vertrok de huurder, het Ministerie van Defensie, uit Welbeck Abbey en is William Parente met zijn vrouw en 2 kinderen in Welbeck Abbey gaan wonen.

Vanaf 1899 studeerde jij politieke economie en Romeinse geschiedenis aan het Somerville College in Oxford, vernoemd naar de polymath/schrijfster/wetenschapster Mary Fairfax-Somerville. Jij had veel minnaars, o.a. de arts/psychiater/schrijver Axel Munthe, die met jou wilde trouwen, maar jij vond zijn atheïsme en jouw spirituele weten onverenigbaar. Op 8 februari 1902 trouwde jij in Londen met de liberale politicus Philip Eduard Morrell en jullie hadden een open huwelijk. Jullie kregen samen een tweeling; Hugh, die jong overleed, en de dochter Julian (1906 - 1983), die in 1928 met de ambtenaar Sir Victor Goodman trouwde, met wie zij 2 zonen en 1 dochter kreeg. In 1946 zijn Victor en Julian gescheiden. Julian hertrouwde met Igor Vinogradoff (1901 - 1987), een Rusland-historicus, die voor Sotheby's werkte. Philip's buitenechtelijke kinderen werden door jou verzorgd. Met Alice Louisa Jones, die bij het politieke weekblad 'The Nation' werkte, kreeg hij de zoon Philip Hugh-Jones (1917 - 2010), een ademhalingsarts met een bipolaire stoornis.

Jij had een lange affaire met de filosoof Bertrand Russell, aan wie jij ruim 3500 brieven schreef. Jouw andere minnaars waren o.a.: de schilders Augustus Edwin John en Henry Taylor Lamb, getrouwd met de romanschrijfster/biografe/vertaalster Lady Margaret Pansy Felicia Pakenham (1904 - 1999). Henry en Pansy kregen 2 dochters, Henrietta Frances (1931 - 2016) en Felicia, en 1 zoon, Valentine (1939 - 2015). Zij woonden in Coombe Bissett en zij waren o.a. bevriend met Sir John Betjeman, de schrijver Leslie Poles Hartley en Evelyn Waugh. Pansy werd rooms en zij ging in 1981 in Rome wonen. Zij was een gids in de Sint Pieter en toegewijd aan paus Johannes Paulus II. Het kan raar lopen met mensen. Jij was de minnares van de schilderes Dora Carrington, de schilder Roger Eliot Fry en de steenhouwer/tuinman Lionel Gomme. Philip en jij woonden in een herenhuis op 44 Bedford Square en in een landhuis in Peppard, wat jullie in 1911 verkochten en waarna jullie het 17-de eeuwse Garsington Manor nabij Oxford kochten. Jullie hebben het helemaal opgeknapt en jij hebt er prachtige tuinen aangelegd. Van mei 1915 tot 1928 hebben jullie er gewoond. Rond 1912 maakte Adolf de Meyer 2 schitterende, artistieke portretfoto's van jou.

Enkele beroemde bezoekers van Garsington Manor waren: D.H. Lawrence, T.S. Eliot, E.M. Forster, W.B. Yeats, Bertrand Russell, Virginia Woolf, Siegfried Sassoon, Aldous Huxley, Lytton Strachey en Mark Gertler. Jij was de beschermvrouw van de Joodse schilder Mark Gertler, geboren op 9 december 1891 in Spitalfields, Londen. Zijn ouders waren Louis Gertier en Kate (Golda) Berenbaum. Zijn zussen waren Deborah (1881) en Sophie (1883) en zijn broers waren Harry (1882) en Jacob (Jack) uit 1886. Op 23 juni 1939 pleegde Mark zelfdoding in Londen. Hij heeft zichzelf in zijn atelier vergast en hij werd 47 jaar. In 1936 deed hij ook al een poging. Hij had geldproblemen, hij was door zijn vrouw sinds 1930 Marjorie Greatorex Hodgkinson, met wie hij in 1932 de zoon Luke kreeg, verlaten. Een expositie van hem was onlangs bespot en hij was depressief over het overlijden van zijn moeder. Na jouw overlijden had hij ook geen surrogaat-moeder meer en hield hij het nog een dik jaar uit. Hij is in de Willesden Jewish Cemetery aan Beaconsfield Road begraven, waar ook 23 leden van de familie Rothschild zijn begraven en de dichteres Pauline Ruth Davis, de componiste Jane Marian Joseph en de schilder Simeon Solomon. Mark hield zielsveel van Dora Carrington, maar dat was niet wederkerig. Dora pleegde op 11 maart 1932 zelfdoding met het van Bryan Guinness geleende pistool. Zij werd 38 jaar en zij is gecremeerd.

D.H. Lawrence portretteerde jou als Constance Reid in 'Lady Chatterley's Lover' en als Hermione Roddice in 'Woman in Love'. Jij hebt Lawrence aangeklaagd voor smaad en de vriendschap ging 10 jaar in de ijskast. Jij was dol op het werk van de schilder Sir Stanley Spencer en zijn broer, de schilder Gilbert Spencer, woonde een tijd op jullie landgoed en in Garsington-dorp om er te schilderen. Philip en jij waren pacifisten en jullie hielpen dienstweigeraars aan onderdak in Garsington, o.a. Lytton Strachey, Clive Bell en Duncan Grant. In 1928 moest Garsington Manor verkocht worden en verhuisden jullie naar Gower Street in Londen. In 1928 kreeg jij de diagnose kanker en volgde een lange ziekenhuisopname. Al jouw ondertanden en een deel van jouw kaak werden verwijderd. Jij bleef gastvrouw voor de Bloomsbury Group, in het bijzonder voor de zuivere, hoogstgevoelige, vaak depressieve geest Virgina Woolf. Jij was tevens een verdienstelijk decoratrice, coloriste en tuinontwerpster. In mei 1937 kreeg jij een beroerte en ging jij voor 3 maanden naar een kliniek in Tunbridge Wells. Op 21 april 1938 ben jij in die kliniek door een experimenteel medicijn van een arts overleden door hartfalen. Jij werd 64 jaar en jij bent in de St. Winifred Churchyard in Holbeck begraven.