Het doorzettingsvermogen van een kinderboekenkunstenares

(voor Wanda Gág (1893 - 1946))

Jij bent geboren als Wanda Hazel Gág op 11 maart 1893 in New Ulm, Minnesoto. Jouw ouders waren Elisabeth (Lizzie) Biebl uit Harrisburg en de kunstenaar/fotograaf Anton Gag, geboren op 12 juni 1859 in Stráz (Walk), in het Tsjechische Koninkrijk. Anton's ouders waren de houtbewerker George Gaag en Theresia Hampert-Heller, de dochter van een schaapherder. Anton was in 1886 met Ida Berndt getrouwd. Ida overleed in 1887 aan de complicaties (koorts) van de geboorte van de dochter Antonia, jouw halfzus. Antonia is geboren op 13 juni 1887 in Brown County en zij overleed op 21 juli 1887 in New Ulm. Ida werd 23 jaar. In 1892 trouwde Anton met jouw moeder, die assistente in de fotostudio van jouw vader was geweest. Jij was de oudste van zeven kinderen. Daarna volgden Stella, geboren op 24 oktober 1894 in New Ulm en overleden op 26 maart 1962 in Putnam County, Thusnelda (1897), Asta (1899), Dehli (1900), Howard (1902) en Flavia (1907).

Jouw vader was een non-conformist en hij gaf jullie veel vrijheid. In 1894 bouwde hij een familiehuis in Queen-Anne-stijl, versierd met muurschilderingen. Hij werkte samen met Christian Heller en Alexander Schevendihger, o.a. aan de kathedraal van de Heilige Drie-eenheid in New Ulm. Na het overlijden van jouw ouders bleef jij in het sprookjesachtige familiehuis op 226 North Washington in New Ulm wonen. In 1904 schilderde Anton 'Attack on New Ulm', over de Dakota-oorlog van 1862. Op 22 mei 1908 overleed jouw vader in New Ulm door tuberculose. Jij was toen 15 jaar. Hij werd 48 jaar en hij is in de New Ulm City Cemetery begraven. De laatste woorden van jouw vader aan jou waren: 'Was der Papa nicht thun konnt', muss die Wanda halt fertig machen.'. Na zijn overlijden zaten jullie in de bijstand en sommige mensen wilden, dat jij met de middelbare school stopte om te gaan werken en het gezin te onderhouden. Ondanks die druk bleef jij naar school gaan. Als tiener werd jouw geïllustreerde verhaal 'Robby Bobby in Mother Goose Land' in 'The Minneapolis Journal' geplaatst. In juni 1912 ben jij afgestudeerd.

Van november 1912 tot juni 1913 was jij lerares aan de Country School in Springfield. In 1913 begon jij een platonische relatie met Edgar T. Herrmann, een medische student aan de University of Minnesota. Van hem leerde jij nieuwe ideeën over kunst, filosofie en politiek. In 1913-1914 ging jij met een studiebeurs en met de hulp van vrienden naar de Saint Paul School of Art. Van 1914 tot 1917 ging jij naar de Minneapolis School of Art op 2501 Stevens Avenue. Jouw mecenas was de boekenverzamelaar/uitgever Herschel V. Jones. Jij was bevriend met de kunstschilder Harry Gottlieb, getrouwd met de Oekraïense beeldhouwster Eugenie Gersjoy. En jij was bevriend met de kunstenaar Adolf Dehn. Jij was Adolf's eerste liefde en van 1916 tot 1921 waren jullie onafscheidelijk. In 1917 verdienden Adolf en jij een beurs voor de Art Students League of New York, waar jij o.a. bij John French Sloan studeerde. Sloan's eerste vrouw was de Russische danseres Mura Ziperovitch en zijn tweede vrouw was de schilderes/grafica Virginia Engleman. Jij volgde lessen in compositie, etsen en reclame-illustraties. Jouw moeder overleed op 31 januari 1917 in New Ulm. Zij werd 48 jaar en zij is in de New Ulm City Cemetery begraven.

Jouw eerste, geïllustreerde boekopdracht was 'A Child's Book of Folk-Lore - Mechanics of Written English' (1917) van Jean Sherwood Rankin. In 1919 was jij commercieel illustratrice en was jij lid van de Society of American Graphic Artists. In 1921 werd jij de partner van 'HappiworkStory Boxes', met dozen die aan de zijkanten met verhaalpanelen waren versierd. In 1921 werd er een illustratie van jou in 'Broom: An International Magazine of the Arts' gepubliceerd. In 1923 was jouw eerste solo-expositie in de New York Public Library op 476 Fifth Avenue. In 1924 werd jouw werk naast dat van William Gropper in een kortstondig tijdschrift gepubliceerd. Van 1925 tot 1930 huurde jij een boerderij in Glen Gardner, genaamd 'Tumble Timbers'. In 1926 had jij een solo-expositie in de Weyhe Gallery op 794 Lexington Avenue, in 1919 opgericht door Erhard Weyhe. Jij kreeg een levenslange relatie met jouw manager Carl Zigrosser, een leerling van de kunsthandelaar Frederick Zeppel. Carl was getrouwd met Florence King en Laura Canadé. Jouw illustraties stonden op de covers van 'The New Masses' en 'The Liberator'. In 1927 werd jouw geïllustreerde verhaal 'Bunny's Easter Egg' in het kindertijdschrift 'John Martin's Book' gepubliceerd.

Jij trok de aandacht van Ernestine Evans, de directrice van de kinderboekenafdeling van uitgeverij Coward McCann. Zij publiceerde in 1928 jouw eigen verhaal met illustraties 'Millions of Cats'. De schrijfster Anne Carroll Moore reageerde uiterst positief. In 1929 verscheen 'The Funny Thing', in 1931 'Snippy and Snappy', in 1933 'Wanda Gag's Storybook' en 'The ABC Bunny', in 1935 'Gone Is Gone; or, The Story of a Man Who Wanted to Do Housework' en in 1941 'Nothing At All', wat de naam van een verweesde puppy is, die bij zijn 2 broers woont, totdat 2 kinderen hen komen adopteren. Helaas wordt er helemaal niets per ongeluk achtergelaten - niet uit wreedheid, maar omdat Nothing At All onzichtbaar is! In 1943 verscheen één van jouw geïllustreerde vertalingen 'Three Gay Tales from Grimm'.

In 1931 kocht jij de boerderij 'All Creation' in Milford. Jij bleef jouw ongetrouwde, volwassen broers en zussen ondersteunen. Sommigen van hen woonden een tijd bij jou. Jouw broer Howard deed de handlettering voor de meeste van jouw prentenboeken. Jij hebt jouw zus Flavia aangemoedigd om geïllustreerde kinderboeken te maken. Op 27 augustus 1943 trouwde jij met jouw oude business-manager Earle Humphreys. Jij had soms meerdere minnaars tegelijkertijd. Jouw minnaars waren o.a. Adolf Dehn, Lewis Gannett, Carl Zigrosser en Dr. Hugh Darby.

Jij overleed op 27 juni 1946 in New York City door longkanker. Jij werd 53 jaar en jij bent gecremeerd.

Wanda Hazel Gág

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 121