Zware botsingen binnen een lavendel-huwelijk

(voor Olive Eleanor Custance (1874 - 1944))

Jij bent geboren op 12, John Street, Berkeley Square, Mayfair, in Londen. Jouw vader was Colonel Frederick Hambleton Custance. Als kind woonde jij vooral in het familiehuis Weston Old Hall in Weston Longville, Norfolk. De dagboekschrijver/dominee James Woodforde en zijn nicht/huishoudster/dagboekschrijfster Anna Maria Woodforde woonden ook in Weston Longville. Rond 1890, op jouw 16-de, werd jij lid van de Londense, literaire kring rond Oscar Wilde, Aubrey Beardsley, Ernest Christopher Dowson en de dichter/priester John Gray, die niet de inspiratiebron van 'The Picture of Dorian Gray' van Wilde was, maar wel een minnaar van Wilde. John was ook een minnaar van de homoseksuele, Joods-Franse dichter Marc-André Raffalovich, die later broeder Sebastiaan bij de Dominicanen werd. De Londense, literaire salon van van Marc-André werd door Wilde 'een saloon' genoemd. De zus van Marc-André, de romanschrijfster Sophie Raffalovich, was de gastvrouw in deze salon.

Ernest Dowson overleed op 23 februari 1900 in het huisje van de schrijver Robert Harborough Sherard in Catford door tuberculose. Robert was een vriend en de eerste biograaf van Wilde. Zijn tweede vrouw was de dichteres/roman- en toneelschrijfster Irene Osgood (1875 - 12 december 1922, Guilsborough Hall). Irene is in 1915 van Robert gescheiden. Hij beweerde, dat hij een aantal van haar boeken had geschreven. Zijn overgrootvader was de dichter William Wordsworth. Dowson was verslaafd aan alcohol en drugs. Hij werd 32 jaar en hij is in de Ladywell and Brockley Cemetery begraven, net als de kunstschilderes Beatrice Offor, een goede vriendin van de occultiste/kunstenares Mina Bergson. Jij was verliefd op John Gray en jouw eerste poëzie ging over hem. Jij was sterk beïnvloed door de poëzie van Paul Verlaine en Arthur Rimbaud. In 1901 had jij in Parijs een relatie met Natalie Clifford Barney. Jij schreef het liefdesgedicht 'The White Witch' voor haar. Jij had ook een korte relatie met Renée Vivien, die daar de roman 'A Woman Appeared to Me' uit 1904 over schreef.

In 1897 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Opals'. Jij had verkering met Lord Alfred Douglas, die jij in juni 1901 bewonderend schreef. Jullie noemden elkaar 'prins' en 'prinses'. Eind 1901 had jij een korte verloving met George Montagu, die met Alfred op school zat, Wixenford School nabij Wokingham en/of Winchester College, met als directeur de priester George Ridding, getrouwd met zijn tweede vrouw, de biografe Lady Laura Elizabeth Palmer. George werd bisschop van Southwell. In Winchester College vonden er door oudere leerlingen afranselingen plaats met wel 30 snijwonden aan de ruggen en schouders. Dit werd door Ridding goedgekeurd. Alfred zocht in Amerika naar een rijke erfgename om mee te trouwen. Op 4 maart 1902 trouwde jij met Alfred en in 1902 verscheen jouw dichtbundel 'Rainbows', in 1905 'The Blue Bird' en in 1911 'The Inn of Dreams'. Op 17 november 1902 werd jullie zoon Raymond Wilfred Sholto Douglas geboren. In 1911 werd Alfred rooms-katholiek en in 1913 gingen jullie apart leven, nadat jullie met jouw vader een voogdijstrijd om Raymond verloren. In 1913 werd Alfred beschuldigd van het belasteren van jouw vader, die hem altijd had afgekeurd, wat de druk op het huwelijk vergrootte. In 1917 werd jij ook rooms-katholiek en in de jaren 1920 woonde jij weer een tijd met Alfred samen. Raymond was instabiel. Hij zat een tijd in het leger, maar langere tijd in psychiatrische inrichtingen. Dit gaf meer druk op het huwelijk en eind jaren 1920 gingen jullie weer uit elkaar en stopte jij met het rooms-zijn.

Alfred en jij zijn niet gescheiden en in 1932 ging jij in een huis naast zijn huis in Hove wonen. Jullie zagen elkaar bijna elke dag. Alfred's moeder Sibyl Montgomery Queensberry overleed op 31 oktober 1935 in Hove en zij werd 90 jaar. Zij was in januari 1887 van haar man John Sholto Douglas gescheiden, wegens overspel. Jij publiceerde in de door Alfred bewerkte tijdschriften en in de krant 'The Border Standard' van William Sorley Brown (1889 - 1942), een vriend van Alfred. William publiceerde in 1913 'The Genius of Lord Alfred Douglas: an appreciation'. Jij overleed op 20 maart 1945. Jij werd 70 jaar en jouw as is op zee verstrooid. Alfred overleed op 20 maart 1945 in Lancing. Hij werd 74 jaar en hij is in de Friary Churchyard of St. Francis and St. Anthony in Crawley begraven. De ongetrouwde Raymond, die aan een schizo-affectieve stoornis leed, overleed op 10 oktober 1964. Hij werd 61 jaar en hij is gecremeerd.

Olive Eleanor Custance

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 48