Hij daalde neer op aarde. Hij had een lange leren jas aan. Zijn ogen spuwden vuur. Hij was een vereffenaar. Hij kwam uit het middenrijk. De barrière tussen de hel en het wereldse. Hij zette de kraag van zijn lange zwarte leren jas op zodat men zijn rode ogen niet kon zien. Hij stopte zilveren...
Ik proestte de drek uit mijn mond. Men had mij dus begraven. Ik had mijn dierbaren nog zo opgedragen mij na mijn overlijden te cremeren. Dus had men mij toch onder de grond gestopt. Okay dan…dan zij het zo. Aldus groef ik mij een weg uit de drek en ademde de lucht weer in. Aqua leefde...