Mijn bescheidenheid mag niet mij verhinderen te bekennen dat ik een gespierd en atletisch lichaam heb en edele gelaatstrekken en, bovenal, dat ik een heldere, soepele geest bezit. Ook mag die allerbeminnelijkste bescheidenheid vooral niet in de weg staan van mijn uitingen van diepe inzichten in he...
Nog steeds was elke gedachte een rilling die de kou niet zou veranderen. Wachten hielp niet en zou ook nooit kunnen helpen.Het groezelige licht van de onverschillige lamp was het enigste gezelschap dat hij niet zou kunnen verjagen. De vieze geur van zijn verdriet was een spiegelbeeld dat hem herinn...