De geur van metaal en olie hangt in de kamer. Een open kast, dozen met uniformen, een foto in een lijstje. Vier mannen op een stoffige vlakte, wapens in de hand, opgestroopte mouwen. Hij staat links, zijn arm om de schouder van een ander die een week later geen gezicht meer had. Zijn handen liggen plat op de oude Nokia. Er knippert een blauw lichtje…
“Shellshock wellicht?” antwoordt hij.
We staan nu samen voor het eens zo mooie huisje in de eens net zo mooie tuin de schade op te nemen. Onze lantarenpalen waren letterlijk dubbel gevouwen en stonden met hun kop in de grond, heel apart gezicht. Het kon zo Boymans van Beuningen in; de kunstafdeling wel te verstaan.…