"Eén nieuw bericht. Drie jaar oud."
De geur van metaal en olie hangt in de kamer. Een open kast, dozen met uniformen, een foto in een lijstje. Vier mannen op een stoffige vlakte, wapens in de hand, opgestroopte mouwen. Hij staat links, zijn arm om de schouder van een ander die een week later geen gezicht meer had. Zijn handen liggen plat op de oude Nokia. Er knippert een blauw lichtje.
“Eén nieuw bericht. Drie jaar oud.”
Hij zoekt de voicemail op. Zijn eigen stem. Dof, monotoon.
‘Je bent er dus nog. Geen idee hoe je het geflikt hebt. Een goeie psycholoog, alcohol, drugs, seks? Misschien gewoon te laf? Drie jaar heb je het volgehouden. Even lang als je twee buitenlandse missies. Als het nu nog steeds zo is, zo rauw, zo zinloos, dan mag je gaan. Dan heb je het geprobeerd.’
Stilte.
‘Maar als het minder is geworden… ook maar een beetje… als je weer koffie kan drinken zonder die smaak van kruit… dan blijf je. Dan blijf je, klootzak!’
Een piep. Bericht beëindigd.
Hij zit stil. Buiten het doffe gerommel van voortjakkerend verkeer. Langs de binnenrand van de lege koffiemok loopt een vaalbruin, opgedroogd spoor. Hij staat op, loopt naar de kast. Haalt het pistool eruit. Controleert het. Legt het op tafel. Gaat weer zitten. Beweegt nauwelijks. Uren misschien.
Als de zon ondergaat, schuift hij het wapen terug in de kast, draait het slot om, zoekt naar een schroevendraaier. Hij wrikt de telefoon open, haalt de batterij eruit. Voor altijd. Hij gooit het toestel in een lade en duwt die dicht.
Dan zet hij koffie. Zonder suiker. Met melk.
Geplaatst in de categorie: individu