(voor August Willemsen)
Jij keek schuin achterom, tijdens Poetry International, een schichtig hert in angst voor naderende roofdieren. Op de dauwwebben in je omheiningen van heesters gooiden de elven met speren, boosaardige trampolinespringers. De zaal zat vol, wachtend op de succesvolle vertaler, die heen en weer geschud door tussen angst en verplichting…
Misschien komt het geheim van Fransje nog het meest overeen met het geheim van André Hazes: een zatlap die alles vergooide en daardoor niet de vedette was die hij had kunnen zijn. Maar als hij die vedettestatus had gehad, zou iedereen hem slechts een irritante zatlap hebben gevonden.…
Ik zag een vervuilde, veel te magere, ongeschoren zatlap, die beter in het riool kon werken. Iemand die iedere avond zijn krat bier zoveel mogelijk plundert om zichzelf stomdronken af te trekken bij een superordinaire pornofilm. Hij zou raar staan te kijken als een potig viswijf 'Lekker ding' naar hem zou schreeuwen.…
En dat het ziekenhuis eraan te pas moet komen om de zatlap bij te brengen.
Mijn wederhelft hoort dat bericht over comazuipen en schrikt zich een hoedje.
‘Tjonge,’ vraagt ze, ‘dat is toch niet normaal?’ Ze neemt een slokje van haar thee ‘…vroeger kwam dit toch niet voor?’
Helaas moet ik haar uit de droom helpen.…
'Donderstraal toch een end op, verrekte zatlap!', denkt ze.
'Ga je dan over jouw asociale rugzakgeklier schrijven?'
'Wie is er hier een klier hé? Jij toch zeker, ouwe mierenneuker!', denkt zij.…
'Wie is die zatlap?', zegt Erika Daelemans, de vrouw van de effectenmakelaar Toon Daelemans, die de zwarte band van karate heeft. 'Toe, Toon, smijt die naarling en godslasteraar naar buiten!', gebiedt Erika. Ondertussen is Rippert al naar voren gelopen en kijken Odilia en Lieselotte verschrikt achterom.…