De Bechterev hield zijn nekwervels op de plaats en de breuk werd niet gezien, slechts de dronkenschap was opgemerkt en na zijn roes te hebben uitgeslapen kwam hij met de tram naar de schepen van zijn vriendinnen Francien en Marianne. Hij lag hulpeloos bij Francien op een matras op de vloer, klagend over stroomstoten die door hem heen leken te gaan.…
We leerden hem kennen ergens in de tachtiger jaren, in café '‘t Snorretje‘, daar was hij vaste klant en buurtgenoot. Hij kon met enige moeite op de kruk klimmen omdat hij door de jaren heen steeds krommer groeide. Hij vertelde met enig leedwezen dat hij er één van een tweeling was, een kromme en een rechte, rara welke helft ben ik. Dan glommen zijn…
We lopen in de stad, het is erg warm en we gaan van winkel naar winkel. Vooral het overdekte gedeelte van het centrum bevalt ons erg goed, het is daar lekker koel.
Ik betrap mezelf erop dat ik eigenlijk wel bang ben dat we uitgepraat raken. Ik heb Elif dan ook al een hele tijd niet gesproken. Ik heb haar voor het laatst gezien op de dag dat ik met…