De kromme vervolg
De Bechterev hield zijn nekwervels op de plaats en de breuk werd niet gezien, slechts de dronkenschap was opgemerkt en na zijn roes te hebben uitgeslapen kwam hij met de tram naar de schepen van zijn vriendinnen Francien en Marianne. Hij lag hulpeloos bij Francien op een matras op de vloer, klagend over stroomstoten die door hem heen leken te gaan.
Ze belden de dokter en zo werd hij met veel pijn uit het ruim gesleept en per ziekenwagen naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis vervoerd.
Toen Francien en Marianne daar een uur later aankwamen lag hij verkleumd in een zijkamertje. Foto's hadden niets uitgewezen en de neuroloog liet het over aan zijn assistent.
De twee vriendinnen verzorgden hem zo goed en kwaad als het kon en wachtten samen met hem op actie. Tijdens het onderzoek dwong de arts hem te gaan staan toen hij niet reageerde op het normale zenuwonderzoek.
Jan weigerde dat met de tekst, dat er dan duizend volt door hem heen zou gaan. De geïrriteerde arts haalde een collega van de gang en samen zetten zij Jan overeind onder groot protest van zijn kant.
Op dat moment braken zij de nek definitief. De vriendinnen stonden erbij en keken ernaar. Een vreselijk moment was dat. Daarna werden zij met alle egards behandeld.
Een dwarslaesie vanaf de schouders. Daar lag hij nu. Ze hadden hem een tijdje verdoofd gehouden, een regeling getroffen met de verzekeringen.
Een neurochirurg uit Engeland werd in consult gevraagd en men zou proberen hem nog te opereren.
Elke dag ging ik even bij hem op bezoek; las hem stukjes voor uit de krant en daar genoot hij zichtbaar van, we praatten even met elkaar. Hij werd snel moe, dan sliep hij met een glimlach om zijn lippen in en sloop ik weer weg.
Maanden lag hij daar te wachten of er hoop was op een operatie. Hij kreeg veel bezoek, van buurtgenoten en vrienden. Het contact met zijn familie werd hersteld en zo leerde ik zijn moeder kennen. Een dame op leeftijd met stijl, en ook zijn broer, de rechte magere versie van Jan.
Op die zonnige morgen eind mei 1988 waren Marianne en ik bij hem toen hij liet weten dat het genoeg was, hij bedankte ons, we kuste hem en een paar minuten later stokte zijn adem en liet de monitor een dunne ijle streep zien. Jan stierf een vreemde stille dood.
Marianne zette de kleine cassetterecorder aan en de klanken van zijn eigen pianomuziek vulden de intensive care afdeling, een onwerkelijke combinatie van mooie muziek, deze rustige dood en de kilheid van ziekenhuis wit.
Zijn ziel zou op eigen klanken deze kwelling verlaten.
Zo namen we afscheid van Jan.
Zijn begrafenis werd een happening waar muziek werd gemaakt, de leukste anekdotes werden verteld. En een stevige borrel werd gedronken.
Jan was een van de weinige mensen die gewoon zichzelf durfde te zijn en alle conventies aan zijn laars lapte.
Door zich niet te verzekeren, wilde hij (als het ware op een magische manier) voorkomen dat hij in het ziekenhuis opgenomen zou worden. Want hij was ervan overtuigd dat ze hem, als alcoholist en halve zwerver, in het ziekenhuis zouden laten creperen. En als je dood ging en je paste niet in de kist omdat je zo krom was zoals hij, dan zouden ze je rug breken om je toch in de kist te krijgen. Nee, volgens Jan moest je alles doen om uit de handen van de artsenij te blijven en onverzekerd rondlopen was de eerste stap.
Helaas werd zijn zwartgallige blik op het ziekenhuiswezen bewaarheid toen bleek dat hij niet verzekerd was, en ook nog aan de drank met het uiterlijk van een zwerver op de SEH belandde.
Jan ontkende op de SEH dat hij alcoholist was (weer uit angst), maar, dat hadden ze natuurlijk wel door. Daarom werd hij wederom niet serieus genomen en nam men aan dat hij de pijn simuleerde en kwam de specialist niet persoonlijk kijken. Pas toen Marianne en Francien in het ziekenhuis kwamen en uitlegden wie en wat hij was, veranderde de zaak.
Later hoorde ik dat hij voor hij overleed al een keer bijna was gestorven toen Nanne en Francien erbij waren. Het ging steeds slechter met hem en hij kon bijna geen adem meer krijgen. Ze waren erbij toen hij zijn laatste adem uitblies, maar Francien begon te schreeuwen. Stond er net om de hoek zo'n man met een defibrillator en die sprong heel alert de kamer in en schokte Jan weer tot leven.
Het is nu 2009 en zo af en toe komt hij nog langsfietsen in mijn hoofd of zoals vannacht in een droom, dan hoor ik hem zeggen;
- dag mevrouw fijn dat u even aan mij denkt, weet u dat ik van u hou, en voor ik het vergeet, doe de groeten aan uw man.
Geplaatst in de categorie: vriendschap