Wijze, erotische hogepriesteres
(voor Polley Jean Harvey (9 oktober 1969))
Je bent geboren in Bridport, een imposante kustplaats, in het graafschap Dorset. Je bent het tweede kind van Eva en Ray Harvey. Je oudere broer heet Saul en hij heeft vier kinderen. Je vader is een steenhouwer en beeldhouwer. Je groeide op bij je familie in een boerderij te Corscombe en je ging naar de lagere school in Beaminster. Via je ouders kwam je in contact met de muziek van Captain Beefheart (1941 - 2010) en Bob Dylan en de bluesmuziek. In je tienerjaren bespeelde je de saxofoon en je was lid van de instrumentale band Boulogne in Somerset. Daarnaast was je gitarist van het folktrio The Polecats en je was gitarist van The Three Stoned Weaklings; Paddy Ashdown, Gus Mackinlay en Greame White. Na de middelbare school studeerde je beeldende kunst aan het Yeovil College. Op je negentiende werd je lid van de band Automatic Dlamini in Bristol, opgericht door John Parish (1959, Yeovil). De leden Rob Ellis (1962, Bristol, drummer) en Ian Olliver (bassist) vormden later met jou het PJ Harvey Trio. Je tourde door Europa en de vriendin van John, Maria Mochnacz, fotografeerde je op artistieke wijze en ze hielp bij je muziekvideo's, wat je extra roem opleverde. Je eerste optreden met het PJ Harvey Trio was een ramp, want alle toeschouwers liepen weg. Je studeerde beeldhouwkunst aan het Central Saint Martins College of Art & Design in Londen, maar die studie heb je afgebroken vanwege je muziekambitie. Op je twee-en-twintigste verscheen je debuutsingle 'Dress' en de criticus John Peel loofde je schrijftalent. De tweede single was 'Sheela-Na-Gig' van je debuutalbum 'Dry', waarin je alles gaf wat in je zat, waarna je bijna een zenuwinzinking kreeg. Het is hardrock, beïnvloed door blues, punk en grunge. Je verscheen topless op de cover van een tijdschrift, wat je zogenaamde feministische imago deed kelderen. Je tweede album 'Rid of Me' verscheen, met 'Me Jane', 'Ecstasy' en de steengoede, verbijsterend betoverende titelsong. Het verscheen bij Island Records, geproduceerd door Steve Albini (1962, Pasadena). Het was een mix van blues, gothic en grunge, met veel agressieve erotiek en woede op zich, meestal maatschappijkritisch. Je stond in het voorprogramma van U2 en op je vierentwintigste begon je een solo-carrière, met de manager van U2, Paul McGuinness, als jouw manager. In 1995 verscheen je solodebuutalbum 'To Bring You My Love', samen geproduceerd met Mark Ellis (1960, Londen) en John Parish. Het was je grote doorbraak en best verkochte album tot nu toe. Je woonde inmiddels op het geïsoleerde, Engelse platteland nabij Yeovil. Het lied 'Down by the Water' werd een grote hit in Amerika. Rob Ellis kwam terug bij je band en in 1998 verscheen 'Is This Desire?', waar je supertrots op bent, omdat je moedig wist te experimenteren. Het bevatte de hits 'A Perfect Day Elise' en 'The Wind', geïnspireerd door Saint Catherine (Catharina van Alexandrië, martelares) en specifiek door de St. Catherine's Chapel in Abbotsbury, wat vlakbij jouw woonhuis ligt. De muren zijn vier meter dik en worden ondersteund door dikke steunberen en het dak is van stenen gemaakt. Meestal wordt de kapel bezocht door vrouwen, die een man zoeken, want St. Catherine is de beschermheilige voor vrijsters. In 2000 verscheen je vijfde album 'Stories from the City, Stories from the Sea', waarin je zingt over je liefde voor New York City, met de hitsingles 'Good Fortune', 'This is Love' en 'A Place Called Home'. Je won de Mercury Music Prize. In 2004 verscheen 'Uh Huh Her', met 'Who the fuck?' en 'The Desperate Kingdom of Love'. Je bent een rustig mens en je praat weinig met andere mensen. Er zijn mensen die je betichten van zwarte magie/hekserij, omdat ze bang voor je zijn en je niet kunnen bevatten, maar je schuilt juist diep in de Keltische, witte magie. Benoemen is bezweren. Dat je als alleenstaande vrouw zo afgelegen woont, is voor veel bijgelovigen al iets om de bibbers van te krijgen. Dat je volgens hen ook nog duistere songs maakt, maakt hun nachtmerrie compleet. Die moet wel aan satanisme doen. Die doet het vast met de duivel! In wezen bedreig je hun zielloze zekerheden. Uiterst hilarisch! Je had pakweg een jaar een relatie met de zanger Nick Cave (1957, Warracknabeal) en na deze relatie maakte hij zijn album 'The Boatman's Call', waarbij 'Into My Arms', 'West Country Girl' en 'Black Hair' speciaal voor jou geschreven zijn. Er werd geroddeld dat je een sexaffaire met de filmregisseur/acteur Vincent Gallo (1961, Buffalo) had, maar dat is door jullie allebei ontkend. Je speelde in de film 'The Book of Life' van Hal Hartley de rol van een moderne Maria Magdalena. In 2011 verscheen je album 'Let England Shake', waarvoor je nogmaals een Mercury Music Prize ontving.
Geplaatst in de categorie: muziek