Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een vrije ziel op de barricaden

(voor Aphra Behn Johnson (1640 - 1689))

Je bent geboren op 10 juni 1640 in het landelijk gelegen Harbledown, nabij Canterbury, waar je op 14 december bent gedoopt in de kerk van St.Michael and All Angels. Je vader Bartholomeus Johnson was een vrouwelijke kapper en je moeder heette Elizabeth Denham. Twee jaar voor jouw geboorte waren ze getrouwd. Je was werkzaam als verpleegster bij de rijke familie Colepeper. John Colepeper van Bedgebery, de eerste baron Culpeper van Thoresway (1600 - 1660) was een politicus. In 1642 werd hij minister van Financiën. Zijn eerste vrouw was Philippa, met zie hij een jonggestorven zoon en een dochter kreeg. Zijn tweede vrouw was Judith Culpeper, met wie hij zeven kinderen kreeg. Je groeide een beetje op met zijn kinderen en Thomas Colepeper, de tweede baron van Thoresway (1635 - 1689) noemde jou zijn pleegzus. Tijdens een lange wandeltocht met hem heb je met hem voor het eerst de liefde bedreven. Dat herhaalde zich, totdat hij met zijn royalistische vader in Nederland ging wonen, waar hij in 1659 trouwde met Margaretha van Hessen. Ze kregen samen dochter Catherine. Samen met zijn maîtresse Susannah Willis kreeg hij twee dochters. Op je drieëntwintigste reisde je samen met het echtpaar Johnson uit Canterbury en je jongere broer naar Suriname. John Johnson was luitenant-generaal van Suriname. John stierf tijdens de reis. Je verbleef in een Engelse suikerkolonie op de Suriname-rivier. Je luisterde naar de verhalen van een Afrikaanse slavenleider en dat werd de oorsprong van je roman 'Oroonoko', een anti-slavernij verhaal. Je roomse opvoeding heb je zoveel mogelijk verzwegen, want de roomsen waren in jouw tijd niet populair. Je hebt zelfs overwogen om non te worden, maar voor die vergissing ben je bespaard gebleven. Je was een aanhanger van het Toryisme, wat je trouw aan Karel de Tweede verklaarde. Op je vierentwintigste trouwde je met Johan Behn, een koopman van Duits-Nederlandse afkomst. Het volgende jaar overleed hij en was je ineens weduwe. Weer een jaar later werd je spionne voor koning Karel tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog (1665 - 1667). Je infiltreerde in Antwerpen en je codenaam was Astrea. Met diezelfde naam publiceerde je enkele schrijfwerken. Je moest vooral zien intiem te worden met William Scott, de zoon van Thomas, die één van de moordenaars van Karel de Eerste was geweest, waarvoor hij de doodstraf heeft gekregen. William trad in de voetsporen van zijn vader en dat moest jij van binnenuit ontzenuwen. Je resultaten waren mager en je ontving geen beloningsgeld, dus leende je geld voor de terugreis naar Londen, waar je wegens oplopende schulden in een debiteurengevangenis terecht kwam. Op je negenentwintigste heeft een oude vriend, Thomas Colepeper, je vrijgekocht en vanaf toen ben je één van de eerste, vrouwelijke broodschrijvers geworden. Je raakte bevriend met meerdere toneelschrijvers en vanaf 1670 publiceerde je veel toneelstukken, romans, gedichten en pamfletten. Je leefde als een bohemienne in Londen en je stak het niet onder stoelen en banken dat je mateloos van vrouwen hield, al had je ook een seksuele relatie met de homofiel John Hoyle. Je lesbische inborst uitte zich in je arbeid en in de praktijk. Je was één van de eerste vrouwen, die de lesbische liefde een trots gezicht gaf. Gay Pride. Bovendien werd je literair gezien als de moderne Sappho beschouwd. De dichter Alexander Pope (1688 - 1744) was later een felle tegenstander van jouw werk, maar dat zie je wel vaker bij in wezen gelijkgestemden. Je beschouwde een huwelijk vanwege het geld als een vorm van hoererij en daarom schreef je zo hard je kon om te overleven. In 1670 verscheen het succesvolle toneelstuk 'The Forced Marriage' en in 1673 'The Dutch Lover'. In 1677 'The Rover' met in de hoofdrol Nell Gwynn (1650 - 1687), de humoristische minnares van Karel de Tweede. Samen kregen ze de zoons Charles en James. Ze was begonnen als sinaasappelverkoopster en enorm geliefd bij het publiek. Ze was eveneens een periode jouw minnares, maar ook van de dichter/losbol/rokkenjager/dronkenlap John Wilmot (1647 - 1680), die het ook met de actrice Elizabeth Barry (1658 - 1713) deed, wiens mecenas hij was. Hij overleed door alcoholschade en geslachtsziekten. Nell rollebolde ook met de dichter John Dryden (1631 - 1700), die ooit door een groep bandieten is afgeranseld, in opdracht van een gekwetste Wilmot. Ze rommelde ook met andere minnaressen van de koning. In 1682 werd je in de gevangenis gestopt vanwege je ineens aanstootgevende standpunten aangaande het hypocriete, huwelijkse fenomeen en je aanklachten jegens de goede zeden. Je bent inmiddels wereldwijd beroemd als één van de eerste voorvechtster van de feministische vrouwenbewegingen. Op 16 april 1689 ben je overleden en je bent begraven in Westminster Abbey. Een eervolle plek, maar je persoonlijke eer had je reeds lang voordien verworven.

Schrijver: Joanan Rutgers, 27 september 2012


Geplaatst in de categorie: idool

1.8 met 4 stemmen 47



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)