Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Ontspoorde levenslust

(voor Maria Antonina Czaplicka (1884 - 1921))

Je bent geboren op 25 oktober 1884 in de wijk Stara Praga van Warschau. Je kwam uit een verarmde, adellijke familie.
Je studeerde aan de Flying University, wat je bekostigde met slecht betaalde banen als lerares, secretaresse en metgezel-dame.
Je schreef gedichten en een kinderboek, getiteld 'Olek Niedziela'.

Op je vijfentwintigste was je de eerste vrouw, die een Mianowski Scholarship ontving, waardoor je in Engeland verder kon studeren. Je studeerde aan de Faculteit Antropologie van de London School of Economics, waar je les kreeg van de arts/etnoloog Charles Gabriel Seligman.
Je studeerde ook aan het Sommerville College in Oxford, net als Iris Murdoch, Margaret Thatcher en Indira Gandhi. Je kreeg les van de etnoloog Robert Ranulph Marett, die je stimuleerde om gebruik te maken van je Russische taalkennis inzake de literatuur over inheemse stammen in Siberië.

Op je negenentwintigste verscheen je boek 'Aboriginal Siberië', terwijl je Siberië nog nooit bezocht had, maar het is het belangrijkste boek over dit onderwerp. Je boek was een aanzet tot veldwerk in Siberië. Je werkte samen met de ornitholoog Maud Doria Haviland, de kunstschildere Dora Curtis en Henry Usher Hall, een antropoloog werkzaam bij het University of Pennsylvania Museum.

Jullie reisden vlak voor de eerste wereldoorlog langs de rivier Jenisey in Siberië naar de Kara Zee. Na de oorlog gingen Hall en jij de expeditie voortzetten, terwijl de anderen terug naar Engeland gingen. Jullie werden vergezeld door Michikha, een Tungus-vrouw. Jullie reisden een hele winter langs de oevers van de Jenisej-rivier, meer dan 3000 kilometer. Je maakte honderden foto's van Siberische mensen en je maakte talloze notities over het uiterlijk en innerlijk en de gewoonten van deze mensen. Je gebruikte middelen van het Comité voor Antropologie van het Pit Rivers Museum in Oxford om monsters van Siberië te verzamelen. Je schonk dit museum vele voorwerpen voor hun Aziatische collectie. Je verzamelde ook botanische soorten voor het Fielding-Druce Herbarium van de Oxford University.

Tijdens deze reis met Hall, die acht jaar ouder was, heb je met hem veelvuldig de liefde bedreven, maar hij keerde terug naar Amerika, een vage hoop bij jou achterlatend.

Op je dertigste keerde je terug naar Engeland, waar je dagboek 'Mijn Siberische Jaar' een jaar later bij 'Mills and Boon' verscheen. Het verscheen in de 'My Year'-serie en het was een groot succes.
In datzelfde jaar werd je de eerste, vrouwelijke lector in de antropologie aan Oxford University, met steun van de Mary Ewart Trust. Je gaf lezingen over de volkeren van Oost-Europa en over de gewoonten van Siberische stammen. En je vertelde over Poolse zaken, zoals het na-oorlogse karakter van Danzig.

Op je vijfendertigste ontving je een Murchison Grant van de Royal Geographical Society voor je etnografische en geografische werkzaamheden in Noord-Siberië. Toch was je financiële positie onzeker en je driejarige beurs in Oxford verliep. Je werd tijdelijk aangesteld als lerares antropologie aan de Bristol University. Je hoopte vurig dat je de Albert Kahn Travelling Fellowship zou krijgen, maar dat mislukte. Tot overmaat van ramp vernam je dat Henry Hall was getrouwd.

Op 27 mei 1921 pleegde je zelfdoding door vergiftiging. Je werd zesendertig jaar en je bent begraven op de Wolvercote Cemetery in Oxford, waar ook het echtpaar Tolkien is begraven.

Schrijver: Joanan Rutgers, 24 november 2013


Geplaatst in de categorie: idool

2.9 met 7 stemmen 48



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)