Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Volgens W.H. Auden de beste poëziecriticus

(voor Louise Marie Bogan (1897 - 1970))

Je bent geboren op 11 augustus 1897 in Livermore Falls. Je vader Daniel Joseph Bogan werkte in papierfabrieken. Je moeder was Mary Helen Murphy Shields. Je groeide op in Maine, New Hampshire en Massachusetts. Daar woonde je in arbeidswijken. Een aardige vrouw betaalde je studie aan de Girls' Latin School, waar je vijf jaar studeerde.

Daarna ging je naar de Boston University, maar je vertrok na een jaar om op je achttiende te trouwen met korporaal Curt Alexander. Jullie kregen een dochter, Maidie Alexander, die door je ouders werd verzorgd. Na twee jaar zijn jullie gescheiden.

Je ging naar New York City om een schrijfcarrière te beginnen. Curt overleed in 1920 aan een longontsteking, waarna je in Wenen ging wonen. In je poëzie bestudeerde je je eenzaamheid en je nieuwe identiteit.
In 1923 ging je terug naar New York en verscheen je dichtbundeldebuut 'Body of This Dead'.

Op 10 juli 1925 trouwde je met de dichter Raymond Holden. In New York werd Edmund Wilson je mentor. Je schreef kort en formeel over liefde en verdriet. In 1929 verscheen je bundel 'Dark Summer'. Je ging naar een psychiater om je depressies te bestrijden en je werd in 1931 opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, omdat je leed aan depressies met paranoïde en obsessieve kenmerken.

Het huwelijk van je ouders was slecht, vooral door de mentale en emotionele labiliteit van je moeder, die vaak vreemd ging en lange tijd verdween. Dit was de bron van jouw algehele wantrouwen en je obsessie voor seksueel verraad en grimmigheid. In 1933 werd je opnieuw opgenomen.

Je poëzie is autobiografisch, maar in het echt was je erg op jezelf. Het huwelijk met Raymond was geen succes.
In 1937 verscheen 'The Sleeping Fury'. Je vond je muze een veeleisend monster en je poëzie kwam uiterst moeizaam tot stand.
Je was bevriend met Rolfe Humphries en Léonie Adams, die politieke poëzie gingen schrijven, wat jij verfoeide. Je was poëzierecensente voor de New Yorker en je oordeelde direct en scherp. Je vond de confessionele poëzie van John Berryman en Robert Lowell smakeloos en genotzuchtig.

W.H. Auden vond je de beste poëziecriticus. Je lievelingsdichters waren William Butler Yeats, Rainer Maria Rilke en Henry James. Raymond was jaloers op jouw succes en in 1937 zijn jullie gescheiden.
Vanaf 1940 gaf je soms les aan jongeren en je vertaalde poëzie en proza, o.a. van Goethe en Jules Renard. De vrouwen in jouw gedichten hebben vaak mateloze, gevaarlijke en asociale verlangens. Dit was vernieuwend.
Je publiceerde o.a. in The Nation, Atlantic Monthly, Scribner's, Poetry: A Magazine of Verse en The New Republic.

In 1955 kreeg je twee prijzen voor je 'Verzamelde Gedichten: 1923 - 1953'; de Bollingen award en een award van de Academy of American Poets.
Je was een vriendin en minnares van de dichter Theodore Huebner Roethke, die in 1963 overleed aan een hartaanval. Hij werd 55 jaar.

Op 4 februari 1970 overleed jij door een hartaanval, in je appartement in New York. Je werd tweeënzeventig jaar.

Schrijver: Joanan Rutgers, 27 september 2014


Geplaatst in de categorie: idool

3.3 met 3 stemmen 40



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)