Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Zonder enig vijandig bewijs van het leven beroofd

(voor Annemarie Ladewig (1919 - 1945))

Je bent geboren op 5 juni 1919 in Neidenburg. Je vader Rudolf Ladewig was een architect en je moeder Hildegard Bucka was van joodse afkomst en protestants. Je broer was Rudolf Karl. Je groeide op in Waldenburg, waar je vader stadsarchitect was. Je broer en jij zijn protestants gedoopt. In je jeugd toonde je jouw talent voor tekenen. In 1925 werd je vader eerste architect van Reichenbach in Vogtland, waar je tot de middelbare schooltijd woonde. In 1935 ging je vader voor de architect Fritz Höger werken en verhuisden jullie naar Hamburg.

In 1936 werd je geweigerd aan de Hanzestad Academie voor Schone Kunsten. Je ging naar de kunstacademie voor vrouwen van de schilderes Gerda Koppel, die aan de Glockengiesserwall 23 in Hamburg zat. Je leraren waren Erich Hartman, Eduard Bargheer en Hinrich Groth. In 1938 werd Gerda opgevolgd door Gabriele Stock-Schmilinsky. De joodse Gerda emigreerde naar Kopenhagen. Tot 1 december 1940 bleef je op de kunstacademie. Daarna werkte je in de reclame-afdeling van de tabakshandel Reemtsma, waar Hans Domizlaff je baas was. In 1941 verloofde je met de arts Hermann Sartorius. Je werkte als reclame-illustrator in het bedrijf MontBlanc Simplo. In 1943 verhuisde je naar de Blumenstrasse.

In 1944 werd je moeder vanwege een psychische stoornis opgenomen in het psychiatrische ziekenhuis Eppendorf, waar ze op 30 november 1944 onder geheimzinnige omstandigheden overleed. Haar psychiater was Hans Bürger-Prinz, een nazi-commandant. Je vader was lid van de Kampf dem Faschismus (KdF) en hij ging bij zijn vriendin Elisabeth Rozenkrans wonen. Jij woonde met je broer in de Blumenstrasse, waar een echtpaar bij jullie in kwam wonen. Vanaf januari 1945 moest je dwangarbeid in de havenwerven van Hamburg doen.

Op 22 maart 1945 werden je vader en Elisabeth gearresteerd, omdat ze hun vijandelijke radio hadden onderschept. Ze zijn verraden door de Gestapo-medewerker Alfons Pannek. Op dezelfde dag heeft de Gestapo je broer en jou gearresteerd, hoewel ze bij jullie geen aanwijsbare reden konden vinden. Toch werden jullie in preventieve hechtenis genomen en naar de gevangenis Gestapo Fuhlsbüttel gebracht. Jullie namen werden net als die van jullie vader en Elisabeth op een liquidatielijst gezet. Er stonden 71 mensen op die lijst. Op 20 april 1945 werden jullie naar het concentratiekamp Neuengamme gebracht.

Je hoopte samen met de andere vrouwen op vrijlating, omdat er geen proces was geweest en je schreef aan je verloofde 'Als ik maar wist wat morgen gaat brengen, tot ziens en ik kus je, geliefde, en intiem, altijd jouw Annemarie. Ik ben in orde!'. In opdracht van de Hogere SS en Polizeiführer Georg-Henning Graf von Bassewitz-Behr werd je samen Elisabeth en de andere vrouwen in de nacht van 21 op 22 april 1945 opgehangen en/of door een handgranaat van Obersturmführer Anton Thumann vermoord. De SS-ers vertelden je verloofde dat je een 'Landesverräterin' was. Je werd 25 jaar. Je vader en je broer werden op 23 april 1945 vermoord.

Schrijver: Joanan Rutgers, 3 juli 2016


Geplaatst in de categorie: idool

4.5 met 4 stemmen aantal keer bekeken 80

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)