'Dood in Venetië' ver voor de filmkunst

(voor Karel Dujardin (1622 - 1678))

Je bent geboren op 27 september 1622 in Amsterdam. Je groeide op aan het einde van de Kalverstraat, nabij de Munttoren, in een familie van vetsmelters en vleeshouwers. Jouw moeder kwam uit Antwerpen en jouw vader uit Middelburg. In 1638 gingen jouw ouders failliet. Het is mogelijk dat jij een leerling was van jouw achterneef Pieter Nason, die op zijn beurt mogelijk een leerling was van de portretschilder/tekenaar Jan van Ravesteyn. Je was mogelijk leerling van Nicolaes Pietersz. Berchem, die zeker de leermeester van Pieter de Hoogh was, die in een dolhuis aan de Amsterdamse Kloveniersburgwal overleed. Nicolaes schilderde Italiaanse landschappen en hij was bevriend met Jacob van Ruisdael.

En je was mogelijk de leerling van Paulus Potter, die het schilderen van zijn vader Pieter Symonsz. Potter en die op zijn 28-ste aan tuberculose overleed, maar volgens zijn familie door overmatig schilderen. Het zal de combinatie zijn geweest. Zijn schilderij 'De stier' uit 1647 heeft wel wat van jouw schilderij 'Herder en herderin met koe' uit 1657. De herderin is de koe aan het melken. In de 17-de eeuw vond men dat melkmeisjes een hogere dosis seksuele belangstelling hadden. De laaghangende bloes is ook opvallend zwoel. De spitse snoet van de omhoog kijkende hond en de herdersstaf zijn duidelijk suggestief. Je ging naar Italië en in Rome was je lid van de Bentvueghels, die jou de geitebaard of bokkebaard noemden. Daar had je je eerste, artistieke successen.

In 1649 woonde je in Parijs, waar je in 1950 trouwde met de weduwe Suzanne van Royen, die ook Antwerpse wortels had. Ze was je hospita en ouder dan jij. In Lyon had je aanzienlijke schulden opgebouwd, die je via je huwelijk achter je liet. Samen met Suzanne ging je naar Amsterdam, waar je werk zeer hoog werd gewaardeerd. Je woonde aan de Rozengracht. In 1656 verhuisde je naar Den Haag, waar je mede-oprichter van het Haagse schildersgilde Confrerie Pictura was. Je was ook lid van de schutterij. In 1660 ging je terug naar Amsterdam, waar je succesvol was. In 1673 woonde je aan de Keizersgracht, niet ver van de Spiegelstraat en de kunsthandelaar Gerrit van Uylenburgh, die in 1672 zijn huis aan de Keizersgracht 565 had laten bouwen.

In 1675 ging je terug naar Rome, op uitnodiging van je vriend Joan Reynst. Je reisde via Texel, Lissabon, Tanger en Algiers naar Rome. Je werd hartelijk verwelkomd door je oude vrienden en bewonderaars. Je ging samen met Joan naar andere, Italiaanse steden. Toen Joan naar Amsterdam terug ging, bleef jij in Italië. Joan vertelde je vrouw, dat je snel zou volgen. Je portretteerde o.a. Michiel de Ruyter, de koopman/kunstverzamelaar Jan Reynst, wiens neef Jean Heer van Drakensteyn was, en de aristocraat/regent Jacob de Graeff.

Je woonde en werkte in Venetië. Toch wilde je niet al te snel naar Nederland terug keren, want je was immers daar, waar je het liefste wilde zijn. Volgens je vriend Johannes Glauber, ook een kunstschilder, die je in Rome had ontmoet, was je in Venetië bezig met het schilderen van een Nederlandse koopman, wat vast Jan Reynst was, want die woonde destijds in Venetië. Tijdens het schilderen, werd je plotseling onwel door een voedselvergiftiging. Je leek te herstellen, maar op 20 november 1678 ben je in Venetië overleden. Je werd 56 jaar. Je vrienden, o.a. de landschapsschilder Govert van der Leeuw en Johannes Glauber, hebben je na een roomse uitvaartdienst naar je graf gedragen.