Jouw werk is een mix van humor, frivoliteit en optimisme

(voor Gino Boccasile (1901 - 1952))

Je bent geboren als Luigi op 14 juli 1901 in Bari aan de Adriatische Zee in Italië, een haven- en universiteitsstad. Jouw vader Angelo Antonio Boccasile was een wijnhandelaar, die later een verkoper van parfums en cosmetica werd. Jouw moeder Antonia Ficarella was een huisvrouw. In jouw jeugd verloor jij jouw linkeroog, terwijl jij uit een fontein dronk en er kalk in jouw oog sloeg. In de kunstschool van Bari toonde je jouw permanente bekwaamheid voor ontwerpen en voltooide studies.

In 1925 overleed jouw vader en verhuisde je naar Milaan. Na enkele, aanvankelijke, economische moeilijkheden, kreeg je tenslotte een baan bij het Agentschap Mauzan-Morzenti. Je werd een werknemer van de schilder/illustrator Achille Luciano Mauzan (1883 - 1952), van wie je veel vakkennis leerde. Je maakte ook schetsen en maquettes van dameskleding. Succesvolle en beroemde dames hapten toe. In 1930 mocht je vanwege de eerste Fiera del Levante dertig ansichtkaarten publiceren. Je ging twee maanden naar Buenos Aires en je trouwde met Alma Corsi, met wie je twee zonen kreeg, Giorgio en Bruna.

In 1932 verhuisde je naar Parijs, waar je exposeerde op de Salon des Indépendants. Terug in Milaan opende je een reclamebureau in Galleria del Corso, samen met jouw vriend Franco Aloi. Je illustreerde o.a. voor de tijdschriften 'La Donna', 'Dea', 'La Lettura', 'Bertoldo', 'Il Milione', 'Ecco' en 'Il Drama'. Je ontwierp veel boekomslagen voor de uitgevers Arnoldo Mondadori Editore en Angelo Rizzoli. Als supporter van Benito Mussolini maakte je propaganda-materiaal voor zijn regering. Je illustreerde ook een reeks kinderboeken van Rizzoli en Editore.

Je werd vooral beroemd door jouw coverillustraties op het tijdschrift 'Le Grandi Firme', opgericht en geleid door de schrijver Dino Segre Pitigrilli (1893 - 1975), die in 1921 zijn weergaloze roman 'Cocaïne' publiceerde. Je werd een supporter van de Italiaanse Sociale Republiek en je werd lid van 29e Waffen Grenadier Divisie van de SS, waar je reclameposters en propaganda-illustraties voor maakte.

Na de oorlog werd je gevangen genomen en ondanks dat je werd vrijgesproken, bleef je een ongewenste paria. Je kon vele jaren geen werk vinden, omdat je door jouw beladen verleden genegeerd werd. Je had korte tijd succes met pornografische tekeningen voor Engelse en Franse uitgevers, o.a. met 'Theophilus de sater'.
In 1946 was je weer volop het mannetje met gedenkwaardige posters voor o.a. Paglieri-cosmetica, Chlorodent-tandpasta, Iperchina-drank, Zenith-schoeisel, Amaro Ramazzotti-sterke drank, de Bianchi-motorfiets, Tricofilina-shampoo en Yogurth Yomo. Jouw laatste werken waren 101 gekleurde illustraties voor 'De Decamerone' van Boccaccio.

Je overleed op 10 mei 1952 in Milaan aan bronchitis en pleuritis. Je werd 51 jaar en je bent begraven in de Maggiore Begraafplaats in Milaan.