Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Verscheurd door heimwee en poëtische ambitie

(voor Elisabeth Eybers (1915 - 2007))

Je bent geboren als Elisabeth Françoise Eybers op 16 februari 1915 in Klerksdorp, Transvaal. Jouw vader John Henry Eybers was Nederduits-gereformeerd predikant en jouw moeder Elisabeth Susanna le Roux was lerares wiskunde en Engels en hoofd van een middelbare meisjesschool, de Oranje Hoër Meisieskool in Bloemfontein. Jouw vader studeerde in Stellenbosch en aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Jouw moeder was ook lerares in de school van Schweizer-Reneke. Je was de middelste van drie dochters.

Jij zat op de school van Schweizer-Reneke. Na jouw eindexamen aan het Normaalkollege studeerde jij moderne talen aan de Universiteit van de Witwatersrand in Johannesburg. Duits en Afrikaans waren jouw hoofdvakken. Jouw scriptie ging over 'Die ontwikkeling van individualisme in die Afrikaanse liriek'. Op deze universiteit heeft de hoogleraar klassieke talen Theo J. Haarhoff jou gestimuleerd om dichteres te worden. In 1936 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Belijdenis in die skemering'. Je was redactielid van 'Die moderne vrou', 'Die Brandwag' en 'Die Vaderland'. In december 1937 trouwde je met de zakenman Albert J.J. Wessels. Jullie woonden in Johannesburg en jullie kregen drie dochters en een zoon; Marita, Elisabeth, Jeanne en Bert.

In 1945 verscheen 'Die vrou en ander verse', in 1946 'Die ander dors', in 1949 'Die stil avontuur' en in 1950 'Tussensang'. Jouw oom Manie Marie was een koster en in ''n Pastoriedogter' schreef je over hem. Je schreef ook enkele schetsen en verhalen. Je schreef over het verliefde meisje, het geluk van de jonge vrouw en de vreugde van het moederschap. Tijdens de geboorte van jouw eerste kind was je jezelf al bewust van de toekomstige scheiding en vervreemding. In 1956 verscheen 'Die helder halfjaar' en in 1958 'Neerslag'. In 1961 scheidde je en verhuisde je naar Amsterdam en woonde je in de Van Breestraat. Je scheidde omwille van jouw zachtaardigheid en de harde hebzucht van de ruwe Albert, die jou eenzaam maakte. Omdat men in Nederland jouw poëzie las, wilde je ook naar Amsterdam. Later woonde je in een appartement op de Stadionkade.

Jij hebt jezelf helemaal losgerukt van het geestverstikkende calvinisme. Je werd Nederlandse, maar je bleef in het Afrikaans schrijven en publiceren. Jouw werk wordt gekenmerkt door humor, ironie en zelfspot. Je schreef: 'Godsdienstigheid beweer die siel bly voortbestaan, terwyl ek self begeer om grondig te vergaan'. In Amsterdam was je als zelfopgelegde balling verbitterd en wilde je een nieuw leven beginnen. Denkend aan 'Twee Kleuters in die Vondelpark'. Je schreef over het Vondelpark, merels en krokussen, naast de herinneringen aan de Zuid-Afrikaanse wijdsheid en helderheid. En waar je op jouw paard Prins reed. Je flirtte met het idee van de ontheemde immigrant.

Je nam bewust een slachtofferrolpositie in om jouw poëzie meer drama te geven. Ten diepste was je inderdaad een geboren banneling en ergerde jij jezelf mateloos aan de bekrompen regelgevingen en beperkingen van Nederland. Menno ter Braak was nogal negatief over het gelijk stellen van de Nederlandse en de Zuid-Afrikaanse taal, omdat hij de Franse letterkunde meer nabij achtte. Behoorlijk kortzichtig en discriminerend. Bovendien weinig ruimdenkend. De Nederlanders lezen jouw poëzie graag, zelfs ondanks de taalstrubbelingen. Je bent een taalkundige bruggenbouwer. In 1991 kreeg je de P.C. Hooft-prijs voor jouw hele oeuvre. Op 1 december 2007 overleed je in Amsterdam. Je werd 92 jaar.

Schrijver: Joanan Rutgers, 19 januari 2019


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 73

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)