Schud het Nobelprijscomité wakker!
(voor John Banville)
Je bent geboren op 8 december 1945 in Wexford, Ierland. Jouw ouders waren Agnes Doran en Martin Banville, een garage-monteur. Jouw oudere broer Vincent is ook een schrijver, die onder de naam Vincent Lawrence schreef. Jouw oudere zus Anne Veronica (Vonnie) schreef een kinderboek en een boek over het opgroeien in Wexford, wat rond 800 na Christus door de Vikingen gesticht is. Jane Francesca Agnes Elgie, de moeder van Oscar Wilde, is ook in Wexford geboren.
Je ging naar de basisschool CBS, geleid door de Congregatie van Christelijke Broeders. Daarna ging je naar het St. Peter's College, wat in 1811 door de bisschop van Ferns Patrick Ryan is gesticht. De homoseksuele schrijver Colm Tóibín zat ook op deze school. Je ging niet naar de universiteit, wat je later betreurde, want je had graag vier jaar dronken en verliefd geweest, maar je wilde van jouw familie bevrijd zijn. Jouw ouders wilden graag dat jij architect of schilder werd. Aan de andere kant had de universiteit jou weinig meer kunnen leren en had het jouw jeugdige moed als schrijver vast beteugeld.
Je werkte bij de luchtvaartmaatschappij Air Lingus, waardoor je voor weinig geld naar Griekenland en Italië kon reizen. In 1968 en 1969 woonde je in Amerika. In 1968 ontmoette je Janet Dunham, toen ze aan de Universiteit van Californië studeerde. Je trouwde met Janet, die een Amerikaanse textiel-kunstenares was. Jullie kregen samen twee zonen. In 1970 debuteerde je met de korte verhalenbundel 'Long Lankin'. In 1971 verscheen jouw debuutroman 'Nightspawn'. In 1973 verscheen de roman 'Birchwood'. In 1976 verscheen 'Doctor Copernicus', een trilogie-roman over de wiskundige/astronoom Nicolaas Copernicus, waarvoor je de James Tait Black Memorial Prize won. Je schreef ook romans over de wiskundige/astroloog Johannes Kepler en de de wiskundige/astroloog/theoloog Sir Isaac Newton. Je was hierbij geïnspireerd door 'De Slaapwandelaars' van Arthur Koestler.
De tweede trilogie bestaat uit: 'The Book of Evidence', 'Ghosts' en 'Athena'. Dit drieluik is een onderzoek naar de manier waarop de verbeelding werkt. De derde trilogie bestaat uit: 'Eclipse', 'Shroud' en 'Ancient Light'. Dit drieluik gaat over de acteur Alexander Cleave en zijn vervreemde dochter Cass. Je werd vergeleken met Vladimir Nabokov. Je wordt gezien als één van de meest fantasierijke romanschrijvers en de erfgenaam van Marcel Proust.
Terug in Ierland werd je een redacteur van The Irish Press, een dagelijkse, nationale krant. Later werd je daar de hoofdredacteur. Vanaf 1990 schreef je regelmatig voor 'The New York Review of Books'. Op 25 mei 1995 stopte The Irish Press en werd jij redacteur van The Irish Times. In 1998 werd je literair redacteur. Je hertrouwde met jouw huidige vrouw Patricia Quinn, met wie je twee dochters kreeg. Patricia was het voormalige hoofd van de Arts Council of Ireland, ter bevordering van de belangen in de Ierse kunst. In 2005 verscheen jouw roman 'The Sea', die de Booker Prize, de Irish Book Awards en de British Book Awards won.
Je schreef misdaadsomans onder het pseudoniem Benjamin Black. In 2006 begon je met 'Christine Falls' en er volgden negen andere misdaadromans, waarvan er in 2017 'Prague Nights' verscheen. In 2017 verscheen jouw achttiende roman 'Mrs Osmond', een geslaagd vervolg op 'The Portrait of a Lady' van Henry James. Je bent zeer kritisch op al jouw boeken, want je haat ze allemaal, omdat ze jou verlegen maken. Je kijkt steeds vooruit. Je wilt jezelf steeds verbeteren. Je bent geïnspireerd door Vladimir Nabokov, Heinrich von Kleist, James Joyce, Samuel Beckett en vooral Henry James en William Butler Yeats. Je probeert een mix van poëzie en fictie in een nieuwe vorm te gieten. Je wordt gezien als een grote kanshebber voor de Nobelprijs voor de Literatuur.
Geplaatst in de categorie: idool