Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De geheime bondgenote van Byron en Shelley

(voor Felicia Dorothea Hemans (1793 - 1835))

Je bent geboren op 25 september 1793 op de Duke Street 118 in Liverpool. Jouw opa van jouw moeders kant was Benedict Paul Wagner (1718 - 1806), een wijnimporteur, die op Wolstenholme Square 9 in Liverpool woonde. Zijn vrouw, jouw oma, was Elizabeth Haydock-Wagner, die in 1814 overleed en die volgens de familielegende van Venetiaanse afkomst was. De Wagners woonden in Nort Hall, nabij Wigan, waar de Keltische Brigantes woonden, voordat de Romeinen kwamen. Jouw vader George Brown was een koopman en jouw moeder was Felicity Wagner, de dochter van een Oostenrijkse consul.

Jij was de vijfde van zeven kinderen. Van de drie dochters ben jij alleen getrouwd. Jouw oudste broer Thomas Henry werd luitenant-generaal en jouw broer Baxter CB werd in 1931 Chief Commissioner van de politie in Ierland. Jouw broer Claude Scott werd adjunct-assistent Commissary-generaal in Upper-Canada.

Tot jouw zevende woonde je in Denbighshire, waar jouw vader zijn zaak had. Die plaats ligt nabij Chirk Castle, Denbigh Castle en de cisterciënzer Valle Crucis Abbey, die in 1201 door prins Madog ap Gruffydd Maelor (1191 - 1236) is gesticht, waar hij in de abdijkerk begraven is. Toen de zaken van jouw vader verslechterden, verhuisden jullie in 1800 naar een afgelegen huis in Gwrych, wat nabij Abergele aan de Ierse Zeekust ligt. Tussen 1819 en 1825 is daar Gwrych Castle gebouwd. Jij maakte gebruik van een uitgebreide huisbibliotheek en jouw moeder leerde jouw diverse talen. Jij studeerde ook muziek bij jouw moeder. Als kind zag je de klassieke kunstwerken in Londen. Jij kon heel goed gedichten uit jouw hoofd voordragen, die jij na één keer lezen al onthield.

In veel van jouw gedichten laat jij de vrouwelijke hoofdpersonages zelfdoding plegen, zoals in 'The Bride of the Greek Isle', 'The Sicilian Captive', 'The Last Song of Sappho' en 'Indian Woman's Death Song'. Dit is een literair protest tegen de mannelijke overheersing en beknotting van jouw tijd. Liever als ziel voortijdig ontsnapt, dan nog langer door de mannen of een ander noodlot gefolterd te worden. Het kan ook als een laatste daad van eigen macht gezien worden.

Op jouw veertiende verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Poems'. Jouw gedichten, gewijd aan prins George IV en gepubliceerd in Liverpool, raakten het hart van Percy Bysshe Shelley en hij correspondeerde met jou. In 1809 verhuisden jullie naar St Asaph in Wales. Dat ligt nabij Denbigh Castle en de ruïnes van Rhuddlan Castle, die in 1277 door koning Edward I was opgericht. Twee van jouw broers zaten in Spanje in het leger, net als kapitein Alfred Hemans, op wie jij verliefd was. Alfred keerde in 1811 naar Engeland terug. In 1812 verscheen jouw dichtbundel 'The Domestic Affections and other Poems', vlak voor jouw huwelijk met kapitein Alfred Hemans.

Je woonde een tijd met Alfred in Daventry, waar je zeker langs de Moot Hall uit 1769 en de Church of the Holy Cross hebt gelopen. Daarna woonden jullie weer in St Asaph, waar jullie eerste zoon werd geboren. Jouw schrijfstijl was identiek aan die van Lord Byron, die daar zeer door gevlijd was. Alfred en jij kregen samen vijf zonen, o.a. op 27 augustus 1814 George Willoughby, die architect/ingenieur werd. In 1817 werd jullie jongste zoon geboren, Charles Isidore, die een antiquair/schrijver werd. In 1818 gingen Alfred en jij scheiden en verhuisde hij naar Rome. Hij liet jou en jullie vijf, jonge zoons achter. Jij zag hem nooit terug.

In januari 1927 overleed jouw moeder, wat een grote klap voor jou was. Jouw oudste zoons gingen naar Alfred in Rome en jij verhuisde naar Liverpool, wat geen succes was. Jij vond de mensen daar dom en provinciaals en de mensen vonden jou teruggetrokken en excentriek. In 1828 verbleef je een tijd bij Sir Walter Scott in Schotland. In de zomer van 1829 was je in Lake Country, samen met William Wordsworth, een bewonderaar van jou en jouw werk. In 1829 reisde je ook met Charles Isidore naar Abbotsford. In 1831 verhuisde jij naar Dublin, waar je bij jouw broer Baxter CB in de buurt woonde. Je woonde aan de Dawson Street.

Door een schilderij en een tekening van voor 1923 weten wij hoe jij eruit hebt gezien. Je had mooie, donkere, gekrulde haren, heldere en droevige ogen, een grote, daadkrachtige neus en toegeknepen, mannelijke, neerslachtige lippen. En je had een bleke huid. Op 16 mei 1835 ben jij overleden door een zwak hart, reumatische koorts en waterzucht. Jij werd 41 jaar en je bent in de St. Ann's Church aan de Dawson Street begraven. Waarschijnlijk heb jij de organisten Lennox Braid en William J. Watson nog in die kerk horen spelen. Oscar Wilde is in de St. Mark's Church gedoopt, die in dezelfde parochie staat. Charles Isidore was tijdens jouw overlijden bij jou. Hij studeerde Romeinse historie en archeologie in Rome, waar hij ook een vriendelijke, bescheiden gids was. Hij is in 1876 in de Engelse begraafplaats in Bagni di Lucca begraven.

Schrijver: Joanan Rutgers, 5 september 2019


Geplaatst in de categorie: idool

4.5 met 2 stemmen 55



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)