Shawn Colvin - Diamond in the Rough
Jij bent geboren als Shawna Lee Colvin op 10 januari 1956 in Vermillion, South Dakota. Daar woonde jij tot jouw achtste jaar. Daarna verhuisde je naar Carbondale in Illinois, waar je verder opgroeide. De schrijver John Gardner woonde daar ook. Hij was getrouwd met Joan Louise Patterson, met wie hij kinderen kreeg, en met de schrijfster/dichteres Lizbeth Meg Rosenberg. Op 14 september 1982 overleed hij door een motorongeluk. Omdat hij dronken was, verloor hij de macht over zijn Harley-Davidson. Hij werd 49 jaar. Je woonde ook in London, Ontario.
Jij bent de tweede van vier kinderen en op jouw tiende leerde jij gitaar te spelen. Je luisterde naar de platen van jouw vader, zoals Peter Seeger en The Kingston Trio. Je studeerde aan de Southern Illinois University. Op jouw vijftiende had jij jouw eerste publieke optreden op de campus van de University of Illinois. Na jouw studie aan de universiteit speelde je in de bars aan de hoofdstraat van Carbondale. Voor 45 minuten kreeg je 30 dollar. Je vormde een band met Dennis Conroy, de gitarist Jack O' Boyle en de basgitarist Brian Sand Strom. Helaas verdween het succes door jouw alcoholisme en drugsgebruik.
Je begon opnieuw met Dixie Diesels, met wie je naar Austin in Texas ging. Je zong ook in een Western Swing band. Je verwisselde de country voor de folk. Op jouw 24-ste nam je een sabbatical. In 1980 ging je naar New York City, waar jij jezelf als zangeres bij de Buddy Miller Band aansloot. In 1982 deed je mee aan de musical Pump Boys and Dinettes in het Princess Theatre. In 1987 was je de achtergrondzangeres op het lied 'Luka' van Suzanne Vega, met wie je op tournee ging.
Op 17 oktober 1989 verscheen jouw debuutalbum 'Steady On' bij Columbia Records. Het is geproduceerd door John Leventhal, die ook jouw co-writer was. Met naast de titelsong o.a. 'Diamond in the Rough', 'Stranded', 'Cry Like an Angel', 'Something to Believe In' en 'The Dead of the Night'. Met Bruce Hornsby op de piano en Suzanne Vega als achtergrondzangeres. Het album won een Grammy Award. In 1992 verscheen 'Fat City', met o.a. 'Poloroids', waar je een jaar aan werkte en wat deels via een droom tot stand kwam, 'Tennessee', 'Round of Blues', 'Tenderness on the Block', 'Orion in the Sky', 'Set the Prairie on Fire' en 'I Don't Know Why'.
In 1993 ging je weer in Austin wonen en in 1994 verscheen 'Cover Girl', met covers van o.a. Sting, Robbie Robertson, Tom Waits en Bob Dylan. In 1996 verscheen 'A Few Small Repairs', met o.a. de tophit 'Sunny Came Home', 'The Facts About Jimmy', 'You and the Mona Lisa', met de trompettist Christopher Botti, '84.000 Different Delusions' en 'Suicide Alley' ('Oh no baby don't go walking down Suicide Alley'). Dit album en de song 'Sunny Came Home' wonnen een Grammy. Daarna verschenen er nog acht albums, met in 2018 'The Starlighter'. Dit album is voortgekomen uit het kinderboek 'Lullabies and Night Songs' uit 1965, met illustraties van Maurice Sendak en Alec Wilder, die ook 50 gedichten op muziek hebben gezet. Jij zingt 14 songs uit dit liedboek op jouw album.
In 1993 trouwde je met de producer/mix engineer Simon Tassano en in 1995 zijn jullie gescheiden. In 1997 hertrouwde je met de fotograaf Mario Erwin en in juli 1998 werd jullie dochter Caledonia geboren. In 2002 zijn Mario en jij gescheiden. In 2016 maakte je samen met Steve Earle het album 'Colvin & Earle' en gingen jullie samen op tournee. Je zong mee op het nummer 'One Day She'll Love Me' van Sting. In september 2019 verscheen er een akoestische versie van jouw album 'Steady On'. Je woont in Austin, samen met jouw katten.
Geplaatst in de categorie: idool