Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een groot strijdster voor een vrij lesbianisme

(voor Marguerite Radcliffe Hall (1880 - 1943))

Je bent geboren op 12 augustus 1880 op 'Sunny Lawn' aan Durley Road in Bournemouth. Jouw rijke ouders waren Radcliffe Radcliffe-Hall en Mary Jane Diehl, die gingen scheiden toen jij heel jong was. Je zag jouw vader daarna nog maar zelden. Je was vereenzaamd en teruggetrokken. Jouw moeder hertrouwde met Albert Anthony Visetti, een zanghoogleraar aan het Royal College of Music. Jij haatte Albert, omdat hij, toen jij een tiener was, seksuele avances met jou maakte. Hij had affaires met zijn studentes, waardoor er vaak ruzie tussen jouw moeder en hem was.

In 1898 overleed jouw vader en erfde jij een groot familiekapitaal. Op jouw 21-ste verliet jij het ouderlijke huis en ging jij zes jaar door Europa en Amerika reizen. Je was lesbisch en je had vele minnaressen, die je veelal verloor door een huwelijk met een man. Je noemde jezelf seksueel inversief (transgender), een term, bedacht door de sexuoloog Havelock Ellis, die het voorwoord in jouw beroemde, lesbische roman 'The Well of Loneliness' schreef. In 1906 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Twixt Earth and Stars'. In 1907 was je in het kuuroord Bad Homburg vor der Höhe, waar je de beroemde mezzosopraan/componiste/pianiste Mabel Veronica Hatch Batten (1856 - 1916) ontmoette. Haar kleindochter Honey Harris was bevriend met Dorothy Wilde. Mabel was bevriend met de componiste Adela Maddison, de minnares van Gabriël Fauré, en de lesbische componiste Ethel Smyth, die op Virginia Woolf verliefd was. Mabel was 51 en jij was 27.

Toen Mabel weduwe werd, omdat George Batten overleed, ging zij bij jou op het Cadogan Square wonen. Zij noemde jou John en zo noemde jij jezelf de rest van jou leven. In 1915 verscheen jouw vierde dichtbundel 'The Forgotten Island'. In 1915 ontmoette jij de nicht van Mabel, Una Vincenzo, Lady Troubridge (1887 - 1963), geboren als Margot Elena Gertrude Taylor. Una was een beeldhouwster en vertaalster, met name van Colette. Una maakte een beeldhouwwerk van de balletdanser Vaslav Nijinsky, die voor haar poseerde. Una was getrouwd met kapitein Ernest Troubridge en hun dochter was Andrea. Una en Ernest zijn in 1919 gescheiden. Mabel overleed in 1916 en ze is in de Highgate Cemetery begraven, in een crypte. Je was kapot en volledig terneergeslagen. Una zorgde voor jou.

In 1917 zijn Una en jij gaan samenwonen. Begin jaren twintig woonden jullie op 10 Stirling Street in Londen. Una was in die buurt opgegroeid en ze kon niet zonder jou leven. Jullie renoveerden het huis aanzienlijk en jullie deden aan spiritualisme en seances. Zo kregen jullie raad van de ziel van Mabel. Jullie voelden jullie schuldig over Mabel's overlijden. Jij schonk Una twee teckels en griffons. In 1924 verscheen jouw debuutroman 'The Forge'. Van 1924 tot 1929 woonden jullie op 37 Holland Street in Kensington, Londen. In 1928 verscheen 'The Well of Loneliness'. Deze roman is deels autobiografisch en het is een pleidooi voor de acceptatie van de lesbische levensstijl. Het boek werd een tijd verboden, ondanks de steun van Virginia Woolf en E.M. Forster. Virginia vond het overigens een oersaai boek. Het grote succes komt vooral door de vernieuwende visie over lesbische vrouwen en het lef om daarmee voor de dag te komen, zeker in jouw homofobe tijd.

Bij de latere generaties lesbiennes kreeg jij kritiek op jouw gebruik van de term 'seksuele inversie', wat in jouw tijd door de bekende sexuologen als een afwijking werd beschouwd. Veel lesbische vrouwen zagen al die aandacht voor hen juist als belastend. Het maakte hun posities alleen maar erger, vonden zij. Verder vonden ze jouw fascistische en antisemitische opvattingen ook niet door de beugel kunnen gaan. Toch was jouw boek absoluut een kloekmoedige daad van verzet, zeker in jouw benepen en hypocriete tijd. Jouw gehate stiefvader Albert overleed op 10 juli 1928. In de jaren dertig woonde jij met Una in Rye, East Sussex, waar veel schrijvers woonden, o.a. de homoseksuele Edward F. Benson, Henry James woonde er en schreef er enkele romans, Conrad Potter Aiken, Joseph Conrad, Ford Madox Ford, Stephen Crane, Herbert G. Wells en Russell Thorndike. In 1936 verscheen jouw laatste roman 'The Sixth Beatitude'.

In de laatste negen jaar van jouw leven was je geobsedeerd door de Russische verpleegster Evgenia Souline. Door jouw liefdesrelatie met Evgenia werd Una ongelukkig, maar ze tolereerde het wel. Una, Evgenia en jij wilden in Florence gaan wonen, maar door het begin van de Tweede Wereldoorlog moesten jullie naar Engeland terug. Jullie besloten om in Devon te wonen.

Jij overleed op 7 oktober 1943 in Londen door darmkanker. Je werd 63 jaar en je bent in de Highgate Cemetery begraven, bij de ingang van de crypte van de familie Batten, waar jouw intens geliefde Mabel begraven is. Daar heeft Una voor gezorgd.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 maart 2020


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 21



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)