Bijna vermoord in Carmel-by-the-Sea
(voor Alice L. MacGowan (1858 - 1947))
Je bent geboren op 10 december 1858 in Perrysburg, in Ohio. In 1810 kwamen daar de eerste kolonisten: majoor Amos Spafford, zijn vrouw Olive en hun vier kinderen. In 1854 heerste er een cholera-epidemie, waardoor Perrysburg twee zomermaanden op slot ging. Ruim honderd mensen overleden. In de andere steden langs de Maumee River waren er ook veel overledenen door de epidemie. Jouw ouders waren Malvina Marie Johnson en John Encil MacGowan. Jullie verhuisden naar Chattanooga, waar voordat de blanken er kwamen de Cherokee-Indianen woonden. In 1838 werden de Cherokee's gedwongen om naar Oklahoma te gaan. Tijdens die verhuistocht overleden er veel Indianen. In Chattanooga werd jouw jongere zus Grace geboren.
Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog was jouw vader een kolonel van het Unie-leger en van 1872 tot 1903 was hij de redacteur van 'The Chattanooga Times'. Jij kreeg les van jouw vader en op een openbare school. In 1903 verscheen jouw debuutroman 'The Last Word'. In 1904 verscheen 'Aunt Huldah', wat je samen met Grace schreef. Je schreef veel boeken met Grace; in 1905 'Return: A Story of the Sea Islands in 1739', in 1917 'The Straight Road' en in 1918 'Wild Apples'.
Je woonde samen met Grace op de Helicon Home Colony in Englewood, in New Jersey, een experimentele gemeenschap, die door de schrijver Upton Beall Sinclair Jr. in oktober 1906 is gevormd, met het geld wat hij voor zijn roman 'The Jungle' verdiende. Er woonden zo'n 46 volwassenen en 15 kinderen. De jonge schrijver Sinclair Lewis werkte er als de conciërge. Negers en Joden waren in deze kolonie verboden. Op 16 maart 1907 is de Helicon Home Colony afgebrand en ontbonden. Lester Briggs overleed tijdens de brand. Op dat moment woonden er ongeveer 70 mensen.
Je was een korte tijd getrouwd met een veel oudere man en je woonde als een gouvernante in Texas. In 1908 verhuisde je met jouw moeder en Grace naar de kolonie van kunstenaars en schrijvers in Carmel-by-the-Sea. De schrijver Charles Warren Stoddard ontdekte Carmel-by-the-Sea en George Sterling maakte deze kunstenaarskolonie wereldberoemd. Het werd ook wel Bohemia-at-the-Sea genoemd. Het bohemienleven vierde er hoogtij. Enkele beroemde inwoners waren Jack London, Upton Sinclair Jr. (daar is i weer), Mary Hunter Austin, George Sterling, door Jack London in 'Martin Eden' beschreven, de schilder Francis McComas, de dichteres Nora May French, Sinclair Lewis en de kunstschilder Xavier Martinez, getrouwd met de 20 jaar jongere Elsie Whitaker, de dochter van de erudiete schrijver Herman Whitaker. De dochter van Xavier en Elsie was de kunstenares Micaela. Verder waren er nog Ambrose Bierce, die spoorloos verdween, de kunstfotograaf Arnold Genthe, de schrijver James Hopper, een goede vriend van Sterling, de schrijver/dichter/humorist Gelett Burgers, de schrijver Clark Ashton Smith, de dichter Robinson Jeffers en Harry Leon Wilson, die in 1912 met jouw nicht Helen MacGowan Cooke trouwde, zijn derde vrouw, met wie hij twee kinderen kreeg, Harry en Helen.
Jij schreef ook enkele romans samen met Perry Newberry, de burgemeester van Carmel-by-the-Sea. In 1922 was dat 'The Million-Dollar Suitcase', in 1924 'The Mystery Woman', in 1925 'Shaken Down' en in 1927 'Who Is This Man?'. In 1908 verscheen jouw tweede alleen geschreven roman 'Judith of the Cumberlands', in 1909 'The Wiving of Lance Cleaverage', in 1910 'The Sword in the Mountain', in 1924 'A Girl of the Plains Country' en in 1926 'The Seventh Passenger'. Verder publiceerde jij ook korte verhalen, zoals 'The Peacemaker' en 'The Perfidy of Mr. Ebless Frazee' in Harper's Magazine. Je schreef westerns, mysteries, historische romans en sociale romans.
Grace en jij waren keurige dames, die de wulpse uitspattingen en drinkgelagen in Carmel-by-the-Sea vermeden. Jij steunde de lokale, goede doelen en jij verdedigde de dorpsbomen en de pittoreske grindstraten. In mei 1914 stond er in de New York Times, dat jij in jouw huis was vergiftigd. Er is inderdaad diverse keren geprobeerd om jou te vermoorden. Ze wilden jouw diamanten en geld stelen. De daders zijn nooit ontdekt. In 1935 verhuisden Grace, de dochter van Grace, Katherine, en jij naar Los Gatos.
Op 10 maart 1947 ben jij in Los Gatos overleden. Je werd 88 jaar.
Geplaatst in de categorie: idool